Saint-Véran: dit is het hoogstgelegen, het hele jaar door bewoonde dorp van Europa

Op een hoogte van ongeveer 2040 meter is het dorp Saint-Véran het hoogstgelegen, het hele jaar door bewoonde dorp van Europa . Het dorp ligt in het Queyrasgebergte, een bergachtige regio in het zuiden van de Franse Alpen. Gezegend met ongeveer 300 dagen zon per jaar en omgeven door adembenemende natuurlandschappen, is Saint-Véran de perfecte vakantiebestemming voor wandelliefhebbers en bergliefhebbers. Hier is een overzicht van wat u in het dorp kunt verwachten.

Hoewel het dorp slechts zo'n 300 inwoners telt, valt er veel te ontdekken. Niet alleen de hoge ligging maakt Saint-Véran zo bijzonder; ook de adembenemende omgeving en nog veel meer kenmerken het dorp.

Op ons WhatsApp-kanaal vind je exclusieve reistips, bijzondere bestemmingen en voordelige reisaanbiedingen. Wil je direct op de hoogte blijven van belangrijk nieuws? Activeer de bel in het kanaal en ontvang meldingen bij nieuwe berichten.

Neem bij aankomst in Saint-Véran even de tijd om door het dorp te slenteren en de pittoreske blokhutten te bewonderen. De begane grond van deze huizen bestaat uit dikke stenen muren, waarop boomstammen zijn gestapeld, en de huizen zijn bedekt met leien daken en larikshouten dakspanen.

Graan werd vroeger op de dakranden opgeslagen en veevoer in de bovenste delen van de huizen. Een ander opvallend kenmerk is dat veel van de muren van de huizen versierd zijn met renaissancezonnewijzers. De huizen zijn gerangschikt in kleine clusters, elk met een eigen waterput en broodoven. Het centrum van het dorp is de kerk van Saint-Véran, bewaakt door twee leeuwen op het portaal.

Wil je meer weten over het leven van de inwoners van Saint-Véran? Bezoek dan het Musée du Soum. Hier kun je leren over hoe het dagelijks leven er vroeger uitzag en oude meubels, gevlochten manden en traditioneel gereedschap bekijken.

Hoewel het dorp zelf werkelijk prachtig is, is de belangrijkste trekpleister van een bezoek aan Saint-Véran het omliggende landschap. Het dorp wordt omringd door het Queyrasgebergte , met meren en bossen afgewisseld met pittoreske bergpanorama's .

Saint-Véran is dan ook het perfecte startpunt voor natuurwandelingen . Er is een ruime keuze aan prachtige routes, waaronder de GR58-rondwandeling. De route is 110 kilometer lang en voert door Saint-Véran, de dorpen Ceillac en Abriès.

In de winter is de regio rond Saint-Véran een populaire bestemming voor skiën en snowboarden. Het skigebied Molines-Saint-Véran is met 36 kilometer aan pistes het grootste van de regio.

De kopermijn in Saint-Véran was al bekend bij de Romeinen. Tot 1961 werd hier koper gewonnen. Om de aders te bereiken, werden steeds dieper in de rotsen tunnels gegraven. Na overstromingen, aardverschuivingen, een dodelijk ongeval en een explosie werd de kopermijn echter definitief gesloten. De overblijfselen van de mijnbouw zijn echter nog steeds te zien.

Tijdens een vijf uur durende wandeling vanuit Saint-Véran leert u alles over de belangrijkste fasen van de koperwinning. De route voert langs het oude irrigatiekanaal, oude mijningangen en wasplaatsen. Borden geven de nodige uitleg.

Omdat het zo dicht bij de sterren is gebouwd, is een bezoek aan het observatorium bij Saint-Véran een must. Het Paul Felenbok Observatorium ligt op een hoogte van bijna 3000 meter aan de voet van de Pic de Château Renard. Vanuit Saint-Véran is het drie tot vier uur lopen naar het observatorium. Eenmaal daar aangekomen, kunt u met een telescoop de sterrenhemel vanuit de koepel observeren en vervolgens direct in het observatorium overnachten. Er zijn in totaal 16 slaapplaatsen beschikbaar.

Ook in het hart van het dorp bevindt zich het Maison du Soleil et de l'Astronomie, oftewel het Huis van de Zon en de Astronomie. Het museum bevat tentoonstellingen en informatie over de Melkweg. Met een speciale telescoop kunt u de zon zelfs van dichtbij bekijken.

Wanneer u Saint-Véran het beste kunt bezoeken, hangt af van uw geplande activiteiten. Wilt u skiën , dan reist u uiteraard in de winter. Voor wandelvakanties zijn de zomermaanden tussen juni en september echter het beste. Sommige zeer hoge passen kunnen echter tot begin juli nog bedekt zijn met sneeuw.

Saint-Véran is het makkelijkst te bereiken met de auto. Houd er echter rekening mee dat de smalle straten het inkomende verkeer niet aankunnen en dat auto's daarom niet in het dorp zijn toegestaan. Daarom zijn er betaalde parkeerplaatsen bij de ingang van het dorp.

Op zoek naar meer inspiratie? Vind tips voor alle topbestemmingen op reisereporter.