De kunst heeft Fausto Panesso verloren: schrijver Federico Díaz Granados brengt een eerbetoon aan zijn vriend en de grote auteur van nationale schilders en kunstenaars.

In deze crisistijd van de cultuurjournalistiek herinnert het nieuws over de dood van Fausto Panesso op 72-jarige leeftijd aan een tijdperk dat ten einde loopt voor de promotie en verspreiding van kunst en literatuur. Niet alleen is de stem van een nieuwsgierige journalist, een heldere en gepassioneerde criticus, verdwenen, maar ook die van een getuige die zich inzet om de sleutels tot het begrijpen van moderne kunst in ons land te vinden vanuit het perspectief van een grondige kenner van de processen en protagonisten ervan.
Ik ontmoette Fausto enkele tientallen jaren geleden toen ik in het huis aan de Carrera Segunda en de Calle Once in de wijk La Candelaria de proefdruk deed van het legendarische tijdschrift Golpe de dados, dat door zijn vader, de dichter Mario Rivero, werd geleid.
Daar, te midden van papieren, proeven, schilderijen van beroemde Colombiaanse kunstenaars en eindeloze discussies over literatuur, politiek en cultuur in het algemeen, werd ik niet alleen verwelkomd als onderdeel van de familie, maar begreep ik ook dat cultuur geen luxe is, maar een manier om echt in de wereld te zijn.
Vanaf het eerste moment dat we Fausto ontmoetten, die door Mario Rivero altijd 'Pochito' werd genoemd, was ik onder de indruk van zijn goede gevoel voor humor, zijn scherpe intelligentie en zijn voortdurende enthousiasme voor kunst en woorden.
Fausto, geboren in 1953, leefde al op jonge leeftijd tussen gedichten, schilderijen en bijeenkomsten. Zijn moeder, de onvergetelijke Blanca Panesso, trouwde met de dichter Rivero toen hij acht jaar oud was.
Vanaf dat moment raakte hij vertrouwd met de grote namen uit de kunst, literatuur en journalistiek. Onder leiding van Rivero, die al sinds de publicatie van Urban Poetry in 1963 werd erkend als een van de belangrijkste dichters van het land en die een strenge kunstcriticus was in verschillende media, bezocht hij de ateliers en werkplaatsen van enkele kunstenaars die later de canon van de moderne kunst in Colombia zouden gaan vormen. Van hen leerde hij tussen de regels door te lezen om het mysterie en de schoonheid van hun werken te ontcijferen en ons op genereuze wijze inzicht te geven in het vakmanschap achter elk artistiek proces.

Illustratie door Fausto Panesso door Vlado Foto: Vlado
Op tweeëntwintigjarige leeftijd publiceerde Fausto Panesso een boek dat in de loop der jaren een bibliografische referentie voor de kunst in ons land zou worden: Los intocables (De Intocables), een boek uit 1975 over het leven en werk van Fernando Botero, Enrique Grau, Edgar Negret, Alejandro Obregón en Eduardo Ramírez Villamizar. Het was ongetwijfeld een mijlpaal in de Colombiaanse kunstkritiek, waarin Fausto de groep kunstenaars noemde die niet alleen deel uitmaakten van de smaak van Marta Traba, de invloedrijke Argentijnse criticus die een ongekende waardering voor kunst in het land aanwakkerde, maar ook van haar genegenheid en voorkeuren.
The Untouchables trokken niet alleen de aandacht van een belangrijke generatie kunstenaars, maar vormden ook een mijlpaal in de culturele kroniek van dat decennium.
Evenzo schreef hij in 2004 samen met William Ospina de bundel "A Half Century of Colombian Plastic Arts" (Art Editions), een catalogus van een cruciale tentoonstelling waarin de oorspronkelijke groep "The Untouchables" werd vergezeld door figuren als Luis Caballero, Ana Mercedes Hoyos, David Manzur, Omar Rayo, Juan Antonio Roda, Armando Villegas en Guillermo Wiedemann. Voor deze publicatie stelde Fausto een profiel van elke kunstenaar op, waarin hij biografie, een kritisch perspectief en elegante, doordachte en nauwkeurige schrijfstijl combineerde.
Hij publiceerde ook monografische boeken over kunstenaars zoals David Manzur, Enrique Grau en Santiago Cárdenas. Cárdenas. De weg naar Santiago de Compostela en Darío Ortiz. ABC... Darío. Gesprekken met Fausto Panesso en Kosmografie in Hemel en Aarde, waarin hij onder andere het werk van Andrés Santo Domingo onderzocht.
Bijzondere vermelding verdienen zijn twee boeken die hij opdroeg aan Alejandro Obregón, met wie hij een hechte vriendschap en diverse familiebanden met zijn kinderen onderhield. De delen Alejandro Obregón a la visconversa. Conversaciones junto al mar (Alejandro Obregón van A tot Z. Persoonlijk alfabet) en Alejandro Obregón de la A a la Z. Abecedario personal (Alfabet) vormen de meest uitgebreide studies over de auteur van het beroemde werk Violencia (geschilderd in 1962), waarin de nauwgezetheid van de chroniqueur wordt gecombineerd met de verbondenheid van een vriend.
En natuurlijk zijn meest intieme eerbetoon: Mario Rivero. Memoria de su memoria, waarin hij hulde brengt aan de dichter die zijn gids, zijn leraar, zijn vader was. In dit boek herneemt Fausto niet alleen het werk van de auteur van Urban Poems, maar reconstrueert hij ook een emotionele en culturele herinnering die eveneens deel uitmaakt van het land.
Hij was niet alleen een getuige. Hij was ook een stille protagonist, een wever van verbindingen tussen kunstenaars, lezers en publiek. Fausto was een van die zeldzame cultuurjournalisten die nog steeds geloofden dat een recensie, een gesprek of een kroniek werelden kon openen, vragen kon oproepen en gevoeligheden dichter bij elkaar kon brengen.
Nu zal zijn nalatenschap worden onderhouden door zijn vrouw Patricia, zijn broer Mauricio en zijn neef Claudio. Het zijn dezelfde mensen die mij zoveel jaar geleden verwelkomden en met wie we vandaag afscheid nemen van de man die ons via zijn leraren en zijn werken heeft geleerd een gevoeliger land en een veelkleurige wereld te zien.
eltiempo