Een bloedtest zou het aantal afstotingsgevallen bij levertransplantaties kunnen verminderen

Levertransplantaties redden levens, maar een aanzienlijk aantal patiënten krijgt te maken met orgaanafstoting of andere complicaties. Door te bepalen welke patiënten het beste of het slechtste op een transplantatie reageren, zouden de slagingspercentages van deze operatie kunnen verbeteren. Dat is het doel van een team van Georgetown University en MedStar Health (VS), wiens onderzoek, gepubliceerd in Nature Communications , laat zien hoe één bloedmonster kan worden gebruikt om problemen in een vroeg stadium op te sporen, waardoor gepersonaliseerde behandeling mogelijk wordt om orgaanfalen te voorkomen.
Het onderzoek vormt een belangrijke stap in de ontwikkeling van een vloeibare biopsie die niet alleen snel complicaties na transplantatie kan detecteren, maar ook de oorzaak ervan kan bepalen. Deze technologie zou de noodzaak van meer invasieve tests grotendeels overbodig maken.
Levertransplantaties worden alleen uitgevoerd bij mensen die dit dringend nodig hebben. In tegenstelling tot andere organen, zoals nieren, die dialyse kunnen ondergaan, zijn er geen machines of behandelingen die een patiënt kunnen redden als de lever faalt.
Omdat er maar beperkt levers beschikbaar zijn voor transplantatie, is het voorkomen van orgaanschade van cruciaal belang, zegt medeauteur van de studie Alexander Kroemer .
"We hebben een veel beter en gedetailleerder begrip nodig van de oorzaken van transplantatiefalen", zegt Anton Wellstein, hoofdauteur van de studie. "Met deze technologie kunnen we een bloedmonster nemen en een beeld krijgen van de toestand van de patiënt."
Er zijn verschillende manieren waarop een getransplanteerd orgaan beschadigd kan raken. Het transplantatieproces zelf kan de nieuwe lever beschadigen, nabijgelegen organen overbelasten en een immuunreactie opwekken.
Tegenwoordig worden bloedonderzoeken gebruikt om mogelijke schade op te sporen, en genetische tests om te bepalen of de beschadigde cellen afkomstig zijn van de gedoneerde lever of van het eigen lichaam van de patiënt. Het vaststellen van de precieze oorzaak vereist echter vaak dure beeldvormende onderzoeken of invasieve vervolgonderzoeken, zoals een leverbiopsie.
De nieuwe technologie werkt door DNA-fragmenten te detecteren die aanwezig zijn in de resten van stervende cellen die in de bloedbaan circuleren. Wellsteins team ontdekte dat de chemische kenmerken die in deze DNA-fragmenten achterblijven, gebruikt konden worden om het oorspronkelijke celtype en de oorsprong ervan zeer nauwkeurig te identificeren.
"De nieuwigheid is dat we nu de cellulaire oorsprong van de schade kunnen bepalen", legt Wellstein uit. "We kunnen de celtypen, zowel in het getransplanteerde orgaan als in de gastheer, in andere weefsels die schade lijden of het risico lopen schade op te lopen, nauwkeurig identificeren."
De bloedtest is niet alleen sneller en minder ingrijpend dan een traditionele weefselbiopsie, maar kan ook nauwkeuriger zijn.
abc