Midden-Oosten: Donald Trump tolereert geen voortzetting van het proces tegen Benjamin Netanyahu

De Amerikaanse president Donald Trump zei zaterdag dat hij de voortzetting van het corruptieproces tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu , waarvan hij eerder al had opgeroepen tot seponering, niet zal tolereren. "De Verenigde Staten van Amerika geven jaarlijks miljarden dollars uit, veel meer dan welk ander land dan ook, om Israël te beschermen en te steunen", schreef de Amerikaanse president op zijn platform Truth Social. "We zullen dit niet tolereren", voegde hij eraan toe, verwijzend naar het lopende proces in Israël.

Benjamin Netanyahu "onderhandelt over een deal met Hamas, die onder meer de vrijlating van de gijzelaars omvat. Hoe is het mogelijk dat de premier van Israël gedwongen wordt de hele dag in een rechtszaal te blijven?", vervolgde Donald Trump.

Vrijdag verwierp een Israëlische rechtbank het verzoek van Benjamin Netanyahu om de hoorzittingen in zijn corruptiezaak met twee weken op te schorten. De advocaat van de Israëlische premier had verzocht om uitstel van de hoorzittingen die volgende week zouden worden hervat, verwijzend naar "ontwikkelingen in de regio en de wereld" na de oorlog met Iran en het aanhoudende conflict in Gaza. Hij diende vervolgens een nieuw verzoek in bij de rechtbank om de volgende twee hoorzittingen te annuleren.

Donald Trump had woensdag al opgeroepen tot annulering van het proces, dat hij omschreef als een "heksenjacht". In plaats daarvan had hij gepleit voor gratieverlening aan "een Grote Held", na de wapenstilstand tussen Israël en Iran. Benjamin Netanyahu heeft ontkend dat hij iets verkeerds heeft gedaan tijdens het proces, dat sinds de opening in mei 2020 al meerdere keren is uitgesteld.

In één geval worden hij en zijn vrouw Sara Netanyahu ervan beschuldigd meer dan $ 260.000 aan luxegoederen, zoals sigaren, sieraden en champagne, van miljardairs te hebben aangenomen in ruil voor politieke gunsten. In twee andere gevallen wordt Benjamin Netanyahu ervan beschuldigd te hebben geprobeerd gunstigere berichtgeving in twee Israëlische media te bedingen.