IMF: haast je met handelen voordat tarieven het bbp opkrikken

De wereldhandel versnelt om te anticiperen op de komst van nieuwe tarieven, en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelt zijn groeiramingen naar boven bij. De toename van de export, met name naar de Verenigde Staten, heeft de economische activiteit in de eerste helft van het jaar sterker gestimuleerd dan verwacht, wat het Fonds ertoe heeft aangezet zijn prognoses te actualiseren: het wereldwijde bbp zal in 2025 met 3% groeien (0,2 procentpunt meer dan in de raming van april) en met 3,1% in 2026 (0,1 procentpunt meer). Het IMF waarschuwt echter dat de veerkracht van de wereldeconomie slechts schijn is: de handelsschok blijft aanzienlijk en de vooruitzichten blijven "kwetsbaar en onzeker". De belangrijkste reden voor de verhoging is de handelsdrukte die voorafging aan de mogelijke Amerikaanse tariefverhoging, die aanvankelijk gepland stond voor april en vervolgens gedeeltelijk werd opgeschort.
Het effectieve gemiddelde niveau van de Amerikaanse tarieven is gedaald van 24% naar 17% dankzij de de-escalatie van de spanningen, met name met China. En de overeenkomst van 15% met de EU, waarvan de details nog onbekend zijn, ligt niet ver af van het basisscenario dat het IMF gebruikte om zijn groeiramingen te actualiseren. Dit lijkt dus, althans gedeeltelijk, goed nieuws, aangezien het IMF verwacht dat de economie blijft groeien ondanks de nieuwe belemmeringen. Het valt echter nog te bezien of de overeenkomst de onzekerheid die op de markten drukt en de economie bij elk obstakel dreigt te laten struikelen, zal kunnen wegnemen. Het IMF ziet nog veel onbekende factoren, en als de tarieven opnieuw sterk stijgen, dreigt het wereldwijde bbp al in 2026 met 0,3% te vertragen. Ondertussen profiteert Italië ook op korte termijn van de exportgroei in de eerste helft van het jaar: de prognose voor het bbp is nu dat het in 2025 met 0,5% zal groeien (vergeleken met de 0,4% die in april werd geraamd), terwijl de groei voor 2026 ongewijzigd blijft op 0,8%. Van de grote Europese landen heeft het IMF ook zijn prognose voor Duitsland verhoogd (0,1% voor 2025), terwijl de prognose voor Frankrijk (0,6%) en Spanje (2,5%) ongewijzigd blijft.
China zal er het meest van profiteren: 4,8% in 2025, maar liefst 0,8 procentpunt hoger dan in april. De VS staat op 1,9% en de eurozone op 1%. "De wereldeconomie toont veerkracht, maar het is een fragiele veerkracht", legt IMF-hoofdeconoom Pierre-Olivier Gourinchas uit. "De handelsschok is misschien minder ernstig dan verwacht, maar hij blijft zwaar wegen. De groei, rond de 3%, blijft teleurstellend en ligt onder het gemiddelde van vóór de coronapandemie." Bovendien, voegt hij eraan toe, zal de wereldhandel als percentage van het bbp "aanhoudend dalen, van 57% in 2024 tot 53% in 2030, ondanks de eerdere handel." Bovendien zouden de voorraden die bedrijven snel hebben geïmporteerd ook contraproductief kunnen blijken als de vraag naar goederen zou afnemen, waardoor het scenario "precair" blijft, aldus Gourinchas.
Het IMF waarschuwt ook voor een mogelijke verergering van de crises in het Midden-Oosten en Oekraïne, wat nieuwe schokken aan de aanbodzijde zou kunnen veroorzaken, de toeleveringsketens zou kunnen verstoren en de grondstoffenprijzen zou kunnen doen stijgen. Maar de vooruitzichten zouden ook positief kunnen worden beïnvloed: "Beslissende vooruitgang in de handelsbesprekingen", aldus de bijgewerkte vooruitzichten, "zou tarieven en protectionistische maatregelen kunnen verlagen, de onzekerheid kunnen verminderen en de voorspelbaarheid van het beleid kunnen versterken." Dit zou investeringen en economische activiteit stimuleren, vooral als niet-discriminerende overeenkomsten ook digitale diensten en buitenlandse investeringen zouden omvatten. De voordelen op de lange termijn zouden zich vertalen in een hogere productiviteit en een beter vermogen om te reageren op wereldwijde schokken. Het IMF roept daarom op tot "een nieuwe golf van geloofwaardige handelsovereenkomsten" die "een periode van hervormingen zou kunnen inluiden om de groei op middellange termijn te stimuleren".
ansa