Conflict in het Midden-Oosten: economische activiteit in de eurozone stagneert

De economie in de eurozone stagneerde in juni, veroorzaakt door groeiende zorgen dat het escalerende conflict tussen Israël en Iran de groei zou vertragen en de inflatie opnieuw zou aanwakkeren.
De voorlopige samengestelde inkoopmanagersindex (PMI) voor de eurozone – een maatstaf voor de totale bedrijvigheid in de maakindustrie en de dienstensector – bleef in juni voor de tweede maand op rij stabiel op 50,2 punten. Dit cijfer ligt net boven de groeidrempel van 50 punten en onder de 50,5 die economen in een Reuters- peiling voorspelden.
Een lichte opleving in de Duitse industrie – de grootste economie van de EU en het industriële hart van het blok – zorgde ervoor dat de Duitse samengestelde index steeg van 48,5 naar 50,4 punten – het hoogste niveau in drie maanden. Tegelijkertijd bleef de situatie in Frankrijk echter verslechteren, met een daling van de samengestelde index van 49,3 naar 48,5 punten.
Ook in Duitsland en Frankrijk kromp de dienstensector, maar in de eurozone als geheel stagneerde de activiteit gemiddeld.
"De economie van de eurozone worstelt nog steeds om momentum te krijgen", aldus Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij de Hamburg Commercial Bank, die de index samen met S&P Global samenstelt.
"De groei is al een half jaar minimaal – de dienstensector stagneert en de industriële productie groeit slechts matig", vervolgde De la Rubia. "Er zijn voorzichtige tekenen van verbetering in Duitsland, maar Frankrijk blijft een rem."
Geopolitieke spanningenHet onderzoek, uitgevoerd van 12 tot en met 19 juni, vond plaats in een tijd van toenemende geopolitieke spanningen. Het Amerikaanse besluit om afgelopen weekend Iraanse nucleaire installaties aan te vallen, wakkerde de bezorgdheid aan dat het conflict tussen Israël en Iran zou kunnen escaleren tot een grootschalige vuurzee.
De prijs van Brent-ruwe olie – de wereldwijde maatstaf – is sinds 13 juni met meer dan 10 procent gestegen tot ruim $ 77 per vat, nadat een verrassende Israëlische aanval op Iraanse militaire en nucleaire installaties het huidige conflict uitlokte.
Volgens berekeningen van Deutsche Bank zou een stijging van de olieprijs met tien dollar per vat de inflatie in de eurozone tegen het einde van het jaar met 0,4 procentpunt kunnen doen toenemen en de BBP-groei met 0,25 procentpunt kunnen temperen.
Analisten waarschuwden er ook voor dat de stijgende energieprijzen het werk van de Europese Centrale Bank (ECB) verder zullen compliceren. Deze voorspelde eerder deze maand dat de inflatie in de loop van het jaar zou dalen tot de doelstelling van twee procent.
De Nederlandse bank ING stelde maandag dat, gezien de mogelijke nieuwe inflatiegolf, een verdere renteverlaging door de ECB in juli "nu duidelijk van de baan is". De ECB-vergadering in september zal "waarschijnlijk aanzienlijk meer controverse opleveren dan eerder verwacht."
De angst voor een verdere stijging van de olieprijzen nam toe nadat het Iraanse parlement zondag stemde voor het afsluiten van de Straat van Hormuz, een strategisch belangrijke zeestraat waar ongeveer een vijfde van de wereldwijde handel in olie en vloeibaar aardgas doorheen gaat.
De sluiting, waartegen massaal verzet is van de VS en de EU, moet echter nog worden goedgekeurd door de Nationale Veiligheidsraad van Iran.
Analisten van ING en Deutsche Bank verwachten dat de olieprijs bij een sluiting op korte termijn kan stijgen tot wel $ 120 per vat.
Geopolitieke onzekerheid zorgde ervoor dat de euro om 13.00 uur (CET) met 0,45 procent daalde tot 1,147 Amerikaanse dollar ten opzichte van de dollar. Daarmee kon de Amerikaanse dollar opnieuw zijn functie als "veilige haven" bewijzen, die hij onlangs gedeeltelijk had verloren na de importtirades van de Amerikaanse president Trump.
Europese aandelen en obligaties bleven echter grotendeels stabiel: de STOXX Europe 600, een brede index van Europese aandelen, daalde met 0,14 procent. Het rendement op tienjarige Duitse staatsobligaties, de benchmark van de eurozone, steeg kortstondig tot 2,55 procent voordat het zich stabiliseerde rond de 2,53 procent – een stijging van 0,01 procentpunt ten opzichte van het begin van de dag.
"Het is waarschijnlijk ook een teken van onze tijd dat een Amerikaanse aanval op kerncentrales niet meteen tot paniekverkopen op de financiële markten heeft geleid", aldus ING. "De wereld is zo volatiel en onvoorspelbaar geworden dat we er blijkbaar aan gewend zijn geraakt."
(om)
euractiv