Een mierzoet hans-en-grietjehuis, maar dan zonder heks


Wie het snoephuis van Simone Post (1990) betreedt – schoenen uit – valt van de ene verbazing in de andere. Het is verbluffend hoe gedetailleerd zij het huis waarin ze is opgegroeid heeft nagebouwd. De knuffels die uit haar knuffelkist puilen, lijken zo zacht dat je er het liefst even met je hand over zou aaien. Het stapelbed in haar kinderkamer ziet eruit alsof een jonge Simone er net uit is gestapt en in de naaikamer van haar moeder staat zowaar een echt werkende naaimachine, van snoep weliswaar. In de woonkamer is de bank van spekjes zo knap gevormd, dat het een kwestie van tijd lijkt voor iemand er per ongeluk op gaat zitten.
Daar is Post wel op voorbereid. ‘Ik heb thuis een tasje met spekjes klaarstaan. Ik kan zo in de auto springen om hier iets te komen repareren, mocht dat nodig zijn.’
Sweet Memories heet de installatie en het was een enorme puzzel om het snoephuis er zo levensecht uit te laten zien, vertelt Post. Ze wijst op de randen van de kussens van de bank, die naar beneden toe zijn kromgetrokken, net als bij een echt bankstel. ‘Voor zulke dingen moest ik telkens met een schuifmaatje meten of het wel goed zou uitkomen, omdat ik geen spekjes wilde bijsnijden. Gelukkig is dat soort puzzelen en knutselen wat ik het liefst doe.’
SneakersNa haar studie aan de Dutch Design Academy, in Eindhoven, maakte Post de afgelopen jaren naam als ontwerper. Ze heeft een voorliefde voor restmaterialen, die ze graag zo gebruikt dat je niet goed meer ziet wat het originele materiaal is geweest. Zo maakte ze voor winkels van Adidas tapijten van afgedragen en geshredderde sneakers. Eerder had Post tapijten gemaakt van reststoffen van Vlisco. Voor dat Brabantse bedrijf, gespecialiseerd in wax- en batikstoffen voor de West-Afrikaanse markt, heeft ze ook patronen ontworpen.
Posts meest in het oog springende project was ook voor Vlisco, dat haar in 2021 vroeg een print te ontwerpen om de complete gevel van het hoofdkantoor in Helmond mee te bekleden. En nu is er dan het snoephuis in museum Voorlinden. ‘Zeker het meest arbeidsintensieve project dat ik ooit heb gedaan’, lacht Post. ‘De ruimte voor de expositie is ruim 100 vierkante meter. Dat is dus vergelijkbaar met een echt huis.’
Hoeveel snoepjes er in de installatie verwerkt zijn, durft ze niet te zeggen. Wel vertelt ze dat de enige fabriek in Nederland die spekjes maakt, de normale productie heeft stopgezet, om voor haar spekken van een paar meter lang te maken. ‘Die heb ik gebruikt voor het stapelbed.’ Sowieso heeft Post heel veel verschillende soorten spekjes gebruikt. ‘Op een gegeven moment stonden er wel vijftig bakken met allerlei spekjes in mijn atelier.’
Het plan om het huis van haar jeugd na te bouwen ontstond een jaar geleden. De daadwerkelijke bouw duurde drie maanden. Post kreeg daarbij hulp van vrienden en collega’s. Anders was het volgens haar nooit gelukt om al dat werk te verzetten. Als voorbeeld noemt ze de knuffels, die beplakt zijn met kleine ronde spekjes. ‘Daar is iemand een week mee bezig geweest, alleen maar spekjes plakken.’
GeslooptPost vergelijkt het project met een bevalling: ze is gelukkig met de uitkomst, maar ook heel blij dat het nu voorbij is. ‘Ik ben trots en gesloopt.’ Dat ze die metafoor gebruikt, is geen toeval. Precies bij aanvang van het bouwen beviel ze van haar tweede kind. ‘Sinds ik moeder ben, ben ik meer gaan terugkijken naar mijn kindertijd. Zo is ook het idee ontstaan om het huis van mijn jeugd na te bouwen. Ik kan heel erg terugverlangen naar hoe het voelt om een kind te zijn. Vroeger werd nostalgie wel als een ziekte gezien, maar ik kan ervan genieten.’
Ze was een gevoelig kind, vertelt Post. ‘Toen ik 8 jaar was, dacht ik al: o, kon ik maar weer klein zijn. Voor een 3-jarige is de wereld nog zo grenzeloos. Je kunt al van alles, maar je hebt nog geen gevoel van schaamte. Je maakt iets, zonder je af te vragen wat anderen ervan vinden. Op die leeftijd is alles zo mooi in balans.’
‘Als kind lijkt je huis de wereld’, vervolgt ze. ‘De rest moet je nog ontdekken.’ Dat je later leert hoe complex en ook hoe naar de wereld soms kan zijn, is onvermijdelijk. Dat weet Post natuurlijk best, maar dat neemt niet weg dat ze die wereld af en toe zou willen vergeten. ‘Als ik bezig ben met dingen maken, gebeurt me dat. Dan heb ik zo’n plezier dat ik alles om me heen vergeet. Ik kan daar helemaal in opgaan. Ik hoop dat mensen die het snoephuis bekijken dat ook een beetje ervaren.’

Post maakte de afgelopen jaren naam als designer, maar ze wordt ook steeds meer als kunstenaar gezien. Dat zal met deze expositie in Voorlinden nog meer zo zijn. ‘Ik durfde dat lang niet te zeggen, dat ik kunstenaar ben’, vertelt ze. ‘Ik weet eigenlijk niet zo goed waarom. Misschien zag ik in de wereld om mij heen vooral mannen kunstenaar zijn. Ik durfde ook niet meteen naar de Design Academy te gaan. Ik ben eerst mode gaan studeren, omdat er bij ons thuis veel genaaid werd.’
Haar moeder gaf vroeger naailes aan huis, legt ze uit. In het snoephuis heeft ze een kamer ingericht met verschillende naaimachines. ‘Mijn oma, die ook naaide, had een hobbykamer en bij mijn moeder was het een leskamer.’ Op die plekken is Posts liefde voor textiel ontstaan en ook het plezier in ontdekken wat je allemaal met bepaalde materialen kunt doen. ‘Op mijn 14de maakte ik jurken voor mijn barbie, van een bananenschil, of oude treinkaartjes. Ik dacht toen al vanuit het materiaal; wat kun je er allemaal nog meer mee?’
Na een jaar mode te hebben gestudeerd, waar ze minder affiniteit mee had dan gedacht, stapte Simone Post over naar de Design Academy, in Eindhoven. Daar voelde ze zich meer op haar plek. ‘Ik worstelde wel met het idee dat design vooral ook een functie moet hebben. Ik wil graag verhalen vertellen over de wereld om ons heen.’ Daar is ze uiteindelijk wel in geslaagd.
Vuilnisbak‘Ik vind het een leuk idee dat dit huis van snoep is gevuld met gebruiksobjecten, maar dat niemand die kan hebben. Dat spreekt me aan in deze tijd waarin alles altijd voor iedereen beschikbaar is. Alles wat ik heb gemaakt, is alleen voor deze tentoonstelling. De spekjes zijn vergankelijk, al vergaan ze maar heel langzaam. Wat slecht voor je is, is vaak opmerkelijk lang houdbaar.’
Of ze het jammer vindt dat het werk aan het einde van de zomer in de vuilnisbak verdwijnt? ‘Nee. Het toont voor mij de vergankelijkheid van ons leven. Hopelijk doet een grote mierenkolonie zich eraan te goed. Dat het eindig is, maakt het tot een mooi rond project en tegelijkertijd is het voor mij ook nooit klaar. Ik heb nu alweer zin om iets nieuws te gaan maken.’
De installatie Sweet Memories, van Simone Post, is tot en met 31 augustus te zien in museum Voorlinden.
Dit artikel is gemaakt door de redactie van FD Persoonlijk. Lees al onze verhalen op fd.nl/persoonlijk.
fd.nl