Gemeenten korten minder op bijstand: ‘Vertrouwen in plaats van wantrouwen’
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2023%252F11%252FBijna-een-op-de-drie-Nederlanders-ervaart-fysieke-klachten-door-geldstress.jpg&w=1280&q=100)
Home » Geld & Carrière » Gemeenten korten minder op bijstand: ‘Vertrouwen in plaats van wantrouwen’
Sinds de coronacrisis zijn gemeenten terughoudend met het korten op bijstand. Er worden minder ‘strafkortingen’ opgelegd dan daarvoor.
Dat blijkt uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd bij de tien grootste gemeenten van Nederland.
Bijstand is financiële hulp van de gemeente voor mensen die onder het sociaal minimum verdienen. Het inkomen wordt dan aangevuld tot de zogeheten bijstandsnorm.
Gemeenten mogen een ‘strafkorting’ opleggen. Hierbij wordt de bijstandsuitkering verlaagd als straf, omdat iemand zich niet aan de afspraken houdt of fraude pleegt. Iemand solliciteert bijvoorbeeld te weinig, werkt zwart bij of geeft te veel geld uit.
Voor de coronacrisis werden jaarlijks in de tien grote gemeenten ruim 6500 strafkortingen opgelegd. In coronajaar 2020 halveerde dat aantal. Dat is erna nooit meer terug omhoog geschoten. In 2024 werden er nog steeds jaarlijks zo’n 3000 strafkortingen opgelegd.
In 2015 werd de Participatiewet aangenomen met het idee om mensen in de bijstand weer aan het werk te krijgen. Maar nieuw werk vinden blijkt voor bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of die te maken hebben gehad met huiselijk geweld of dakloosheid niet altijd haalbaar. Afgelopen jaren legde de overheid meer nadruk op de menselijke maat.
Ook voorlichtingsbureau Nibu ziet een omslag in denken. Volgens de organisatie hebben onder meer de corona- en energiecrisis en het toeslagenschandaal het idee dat geldproblemen iemands eigen schuld zijn veranderd. De overheid gaat coulanter om met mensen die vaak onbedoeld een foutje maken, denkt het Nibud. „Er wordt meer uitgegaan van vertrouwen, in plaats van wantrouwen.”
Omdat er geen landelijke richtlijnen zijn, zijn de verschillen tussen gemeenten groot. Iemand kan volledig gekort worden, maar veel vaker gaat het om een kleiner percentage. Een gemeente kan ook een waarschuwing geven, dit gebeurt in 30 procent van de gevallen. Ondanks dat de uitkering in dat geval niet wordt verlaagd, wordt het wel geregistreerd als een strafkorting.
De meeste strafkortingen worden opgelegd in Rotterdam en Den Haag. In de deze gemeenten nam het aantal strafkortingen óók het hardst af. Ook Nijmegen, Almere en Breda zijn veel voorzichtiger. In Amsterdam vertienvoudigde het aantal waarschuwingen, maar nam het aantal verlagingen af.
Metro Holland