Amsterdam: geen boete als mensen in de bijstand een kamer verhuren

Dat hebben de Amsterdamse wethouders Rutger Groot Wassink (Sociale zaken) en Zita Pels (Volkshuisvesting) bekendgemaakt.

In Amsterdam ontvangen bijna 40.000 gezinnen maandelijks een bijstandsuitkering. Dit is een sociaal vangnet; om misbruik te voorkomen zijn er strenge regels die bepalen dat bijverdiensten grotendeels terugbetaald moeten worden.

Daarom is hospitaverhuur voor deze groep onaantrekkelijk: wat deze inwoners verdienen aan huurinkomsten, werd tot deze week in mindering gebracht op hun uitkering.

Mee-eten

Dat verandert vanaf 1 november. "Een Amsterdammer in de bijstand die een kamer verhuurt, kan vanaf die datum elke maand 275 euro aan inkomsten uit kamerverhuur behouden, naast de bestaande bijstandsuitkering", aldus de wethouders. Wie de huurder ook laat mee-eten mag maandelijks zelfs 475 euro van de inkomsten houden.

Als slechts 5 procent van de Amsterdamse uitkeringsgerechtigden de verhuur van een kamer zouden uitproberen, zou dit tweeduizend nieuwe kamers opleveren.

Korte contracten

In Het Parool hoopt wethouder Pels dat de regeling honderden extra studentenkamers creeert. Belangrijk is wel dat de verhuurder van de woning, zoals de woningcorporatie, toestemming geeft.

Wie hospitaverhuur overweegt, hoeft niet bang te zijn dat de student in kwestie nooit meer vertrekt. De eerste 9 maanden van het contract gelden als proeftijd, en een hospita-verhuurcontract duurt altijd maximaal 1 jaar.

Het verhuren van een kamer in huis is niet alleen gunstig voor bijstandsgerechtigden. Mensen met een andere armoederegeling, zoals IOAW (oudere werkelozen) of IOAZ (arme zzp'ers) mogen zelfs hun volledige huurinkomsten behouden.

Ook aantrekkelijk voor gepensioneerden

Niet alleen in Amsterdam wordt hospitaverhuur aantrekkelijk gemaakt. Ook in de rest van Nederland geldt voor ontvangers van AOW of WW (tijdelijk werkeloos) dat hospitaverhuur geen gevolgen heeft voor de hoogte van hun uitkering. Evenmin beïnvloeden deze inkomsten de huurtoeslag, zorgtoeslag of het kindgebonden budget.

Vooral voor jongere studenten is hospitaverhuur een uitkomst. Tot hun 21e hebben zij nog geen recht op huurtoeslag, waarmee zij makkelijker betaalbare huisvesting kunnen vinden.

Het landelijke kamertekort loopt in 2030 op naar ruim 32.000 kamers. Sinds vorig jaar strengere verhuurregels zijn ingegaan (Wet betaalbare huur) verkopen veel eigenaren hun huurpanden. Studenten zijn hiervan in het bijzonder de dupe.