Federale verkiezingen: waar links de meerderheid zou hebben

Als de federale verkiezingen afhingen van jonge vrouwen die in een stad wonen, zou Jan van Aken , fractievoorzitter van de Linkse Partij, bondskanselier kunnen worden. Zijn partij bereikt 35 procent van deze bevolkingsgroep. Of zou hij plaatsmaken voor Heidi Reichinnek, de lijsttrekker die bekend werd via TikTok? De Groenen volgen op ruime afstand en halen een voorsprong van 20 procent. Samen zouden de partijen een absolute meerderheid hebben in deze groep ‘jonge, vrouwelijke, stedelijke’ kiezers, hoewel ze bij de federale verkiezingen samen slechts iets meer dan 20 procent van de stemmen haalden.
Het prototypische tegenvoorbeeld zijn oudere mannen die op het platteland wonen. Onder hen heeft de Unie met 41 procent bijna een absolute meerderheid. Voor de zwart-gele coalitie zou het waarschijnlijk nog steeds niet genoeg zijn geweest, want zelfs onder kiezers boven de 60 zou de FDP er maar ternauwernood in geslaagd zijn de Bondsdag binnen te dringen. Hoe komt het dat de stembeslissingen van beide groepen zo sterk verschillen?
Jonge kiezers zijn over het algemeen nog niet aan een partij gebonden. Ze zijn nog steeds bezig hun politieke voorkeuren te ontwikkelen. Het is echter onwaarschijnlijk dat zij vaste kiezers zullen worden. Zelfs hun ouders hebben een veel relaxtere relatie met politieke partijen dan bijvoorbeeld hun ouders. De sterkste partijtrouw is te zien bij de grootoudergeneratie van boven de 70 jaar: in deze groep zouden de CDU/CSU en de SPD samen 78 procent hebben bereikt en een tweederde meerderheid hebben. De AfD zou daarentegen slechts op tien procent uitkomen. Voor de gevestigde partijen zijn ouderen een stabiliserende factor. Omdat 40 procent van de kiezers ouder is dan 60 en slechts 15 procent jonger dan 30, zijn ouderen politiek gezien belangrijker.
Toch worden partijen beïnvloed door wat jonge kiezers beweegt. Uit recent gepubliceerde onderzoeken onder jongeren blijkt dat hun zorgen niet wezenlijk verschillen van die van ouderen. Volgens het jongerenonderzoek van TUI ligt de focus voor velen op migratie, terwijl anderen zeggen dat het economische ongelijkheid en onzekerheid zijn. 80 procent van de jongeren is pessimistisch over hun toekomst. Afgezien van deze negatieve verwachting kunnen er echter weinig algemene uitspraken over jongeren worden gedaan. Ze zijn divers en hebben daarom ook verschillende houdingen.
Jonge kiezers neigen meer naar de politieke rafelranden. Dat is zeker niet nieuw en dat blijkt ook uit de steun voor de AfD bij deze verkiezingen. Eén op de vijf mensen onder de 25 jaar stemde op de partij, terwijl één op de vier mensen tussen de 25 en 35 jaar dat deed. Na de Die Linke is de AfD de sterkste partij onder jonge kiezers. Daar dankt ze haar succes vooral aan jonge mannen. Verkiezingsonderzoekers spreken van een ‘moderne genderkloof’, een genderkloof die tot uiting komt in het stemgedrag van jonge mannen en vrouwen.
Terwijl vrouwen in de eerste jaren van de Bondsrepubliek aanzienlijk conservatiever stemden, werd dit nadeel in de jaren tachtig langzaam gecompenseerd door de SPD en de Groenen. Vrouwen stemmen al ongeveer 20 jaar vaker op linkse partijen. Deze trend is sinds 2017 sterker geworden. Een reden hiervoor is dat jonge vrouwen hun voorkeur voor een partij vooral baseren op de manier waarop die partij omgaat met gelijkheid. Dat zou in het voordeel van linkse partijen spreken.
De AfD richt zich op traditionele genderrollen. Onderzoekers denken dat dit relevant is voor jonge mannen die moeite hebben met hun eigen rol. Volgens een wetenschappelijke theorie hebben jonge mannen minder opleiding en kwalificaties en geven ze daarom de voorkeur aan de ogenschijnlijk eenvoudige oplossingen voor complexe problemen die de AfD biedt. Volgens een onderzoek van het DIW kan het lagere opleidingsniveau vergeleken met vrouwen van dezelfde leeftijd een minderwaardigheidscomplex versterken, waardoor mensen eerder op de AfD stemmen. Volgens peilingen over de Europese verkiezingen vertoont de steun voor de AfD een algemene trend: in het oosten is de steun ook onder jongeren groter.
Een belangrijke factor in de stembeslissingen van jongeren zijn sociale media. Eén op de twee mensen onder de 25 jaar zegt dat platforms als Tiktok de belangrijkste informatiebron zijn voor hun stembeslissing. Volgens analyses heeft de Linkse Partij inmiddels bijna evenveel hits op sociale media als de AfD, die tot dan toe het meest succesvol was in het gebruik van de platforms. Beide partijen, die tot de politieke rafelranden behoren, hebben het makkelijker dan de CDU/CSU of de SPD: ze zijn scherper en bieden simpele oplossingen. Dit was te zien op posters van links met slogans als: “Als uw verwarming te duur is, verdient het bedrijf er veel geld aan.”
Zulke emotionele berichten werken op Tiktok. Links richtte zich vooral op de kwestie van de huurprijzen. Dit heeft waarschijnlijk gevolgen gehad, vooral in grote steden, waar studenten bij hun ouders blijven wonen omdat ze geen appartement kunnen betalen of omdat de huurprijzen te hoog zijn. Voor linkse kiezers in het algemeen was de sociale zekerheid van cruciaal belang, iets waar vooral jongeren zich zorgen over maken.
Frankfurter Allgemeine Zeitung