Invesco-onderzoek: Staatsbeleggingsfondsen keren passieve strategieën de rug toe

Deze beoordeling heeft concrete implicaties voor de portefeuillesamenstelling. Overheidsbeleggers zien actief beheer niet langer primair als een instrument voor alfageneratie, maar eerder als een strategisch instrument voor meer flexibiliteit en beter risicobeheer. Beslissingen over geografische allocatie, weging van activaklassen en sectorpositionering worden steeds vaker gezien als vormen van actief beheer.
Vaste inkomsten worden steeds belangrijkerParallel aan het toegenomen gebruik van actieve strategieën ondergaat de obligatieklasse een herwaardering. Na jaren van lage of negatieve rentes bieden vastrentende waarden weer aantrekkelijke rendementen. Per saldo is 24 procent van de staatsinvesteringsfondsen van plan hun allocatie naar vastrentende waarden te verhogen – de op één na hoogste voorkeur van alle activaklassen, na infrastructuur.
De rol van obligaties is fundamenteel veranderd. Bijna 60 procent van de staatsinvesteringsfondsen maakt gebruik van geformaliseerde liquiditeitskaders waarin vastrentende waarden dienen als buffer tegen de toenemende illiquiditeit van beleggingen in de private markt. "Onze uitgebreide directe beleggingsexposure heeft liquiditeitsbeheer tot een strategische prioriteit gemaakt", legt een Noord-Amerikaans staatsinvesteringsfonds uit.

De uitbreiding naar private credit onderstreept de trend naar actievere en flexibelere beleggingsstrategieën. 73 procent van de staatsinvesteringsfondsen is al in deze activaklasse belegd, tegenover 65 procent het jaar ervoor. Het aandeel directe investeringen en co-investeringen steeg van 30 naar 44 procent, terwijl ook de fondsgebaseerde beleggingen stegen van 56 naar 63 procent.
Vanuit het perspectief van een belegger biedt private credit verschillende voordelen: variabele rentetarieven als bescherming tegen rentestijgingen, maatwerkstructurering en een lagere correlatie met publieke markten. De activaklasse heeft zich ontwikkeld van een opportunistische toevoeging tot een strategische bouwsteen voor een portefeuille.
Actieve benaderingen domineren ook duidelijk de beleggingen in opkomende markten. Slechts 9 procent van de staatsinvesteringsfondsen gebruikt passieve strategieën voor een aanzienlijk deel van hun allocatie naar opkomende markten. 51 procent vermijdt passieve beleggingen in opkomende markten volledig en nog eens 40 procent gebruikt ze slechts in beperkte mate.
Tegelijkertijd vertrouwt 55 procent voornamelijk op externe managers voor hun investeringen in opkomende markten, terwijl nog eens 30 procent een mix van directe investeringen en externe managers gebruikt. Slechts 15 procent belegt voornamelijk rechtstreeks. Deze voorkeur voor gespecialiseerde externe managers onderstreept het belang van lokale expertise in complexe en gefragmenteerde markten.
China ondergaat een gedifferentieerde herbeoordeling. 28 procent van de staatsinvesteringsfondsen beschouwt China als een van hun belangrijkste markten, vergeleken met 20 procent vorig jaar. De focus ligt op specifieke sectoren: 89 procent ziet kansen in digitale technologie en 70 procent in geavanceerde productie en groene technologieën.
De onderzoeksresultaten tonen een fundamentele verschuiving in institutioneel vermogensbeheer aan. Actief beheer wordt niet gepositioneerd als een tegenhanger van passieve strategieën, maar eerder als een noodzakelijke aanvulling in een complexere marktomgeving.
private-banking-magazin