Modetrend: Zo mooi uitgeput

De laatste tijd duiken er op Instagram steeds vaker kapsels op die je daar normaal gesproken niet ziet: vette uitgroei, warrige vlechten en ongekamd haar. Deze waren echter niet het resultaat van drie dagen zonder douche of kam, maar eerder van de uitgebreide kapsels die modellen droegen tijdens de Milan Fashion Week . Deze looks, die ze onlangs op de catwalk lieten zien, werden online al snel ' depressiekapsel ' genoemd. Gigi Hadid, een van 's werelds beroemdste en best verdienende modellen, verscheen tijdens de Prada-show met klittende lokken – wat velen provocerend vonden.
De boodschap die zogenaamd weerklonk in de warrige lokken was: deze vrouwen missen de kracht om voor zichzelf te zorgen of te functioneren. Ongewassen haar en een licht warrig uiterlijk zijn immers zeer reële bijwerkingen van psychische aandoeningen, waaraan de patiënten daadwerkelijk lijden. De patiënten zelf zouden er waarschijnlijk nooit aan denken om dergelijke symptomen als mode-item te bestempelen. En toch is de term "depressiehaar" nu overal te vinden.
Dit fenomeen is meer dan alleen een kortstondige catwalkgrap of de gril van een stylist die zich verveelt met eeuwige perfectie. Al een tijdje duiken er trends op in de mode-industrie die termen of aspecten uit het veld van psychische aandoeningen gebruiken als esthetische modellen. Jonge vrouwen lopen over straat in T-shirts met de tekst "More espresso less depresso" en beroemdheden lopen over de rode loper met betraande mascara. Op sociale media zijn echte tranen tegenwoordig een normaal verschijnsel – perfect geënsceneerd, uiteraard, en samengevat onder de hashtag "cryingselfie". Er blijven vragen: waarom willen mensen eruit zien alsof ze zich niet lekker voelen? Is het een teken van oprechte uitputting of slechts een modestatement? Om deze vraag te beantwoorden, moet je onderscheid maken tussen de verschillende stijlen van trieste enscenering.
Ten eerste is er de sadgirl-esthetiek: mysterieus melancholische Instagramfoto's van jonge vrouwen in een mix van vrouwelijke jurken en oversized truien die hen bijzonder slank en klein doen lijken. Het prototypische sadgirl-model gebruikt sigaretten als accessoire, Lana Del Rey als soundtrack, de verheerlijking van eenzaamheid en een wereldmoe emo-pose. Deze sadgirls bereikten hun hoogtepunt op Tumblr in de jaren 2010 en zijn nu ook te vinden op TikTok.
Dan is er nog de 'heroïne chic', die in de jaren negentig voor opschudding zorgde met zijn holle wangen, donkere kringen onder de ogen en uitgemergelde lichamen. Lange tijd beschouwd als een symbool van een gevaarlijke esthetisering van ziekte, vindt het nu zijn weg terug naar onze visuele gewoonten in de vorm van extreem magere modellen. Onlangs werden twee reclamefoto's van Zara in Groot-Brittannië verboden omdat de modellen, met hun onnatuurlijk uitstekende sleutelbeenderen, er te 'ongezond' uitzagen.
Daarbij komt nog de stilistische vreugde van tranen; overal huilen mensen – althans, zo lijkt het. Influencers leggen in tutorials uit wat je nodig hebt voor de look: rode oogschaduw en een vochtige, glanzende gloss onder je ogen, en het lijkt alsof je een krachtig, emotioneel moment beleeft. Zangeres Doja Cat verscheen op het Met Gala van 2024 met opvallende zwarte strepen over haar wangen. Iedereen kan immers lachen op de rode loper.

Al deze looks lijken de huidige maatschappelijke situatie te weerspiegelen: de laatste jaren is geestelijke gezondheid van een randverschijnsel naar een mainstreamprobleem gegaan. Stigma's bestaan nog steeds, maar taboes nemen af. De roep om bewustwording wordt luider, influencers maken ADHD hun belangrijkste focus en boeken over depressie vullen hele schappen. Psychische aandoeningen worden al lang expliciet behandeld in films en series. Er is zelfs een modelabel dat zichzelf ziet als een "mental health culture brand": "Ebit - Geniet van de transitie." Oprichter Simon Whitehouse, voorheen managing director bij JW Anderson, wil nu via collecties en marketing de bewustwording rond het probleem vergroten. Bij Ebit hebben de meeste modellen daadwerkelijk psychische problemen; de getoonde ontwerpen hebben over het algemeen ruwe randen en opzettelijk losse draden; de Instagram-posts worden afgewisseld met echte dialogen van sociale media, bedoeld om de dagelijkse strijd van veel mensen met hun innerlijke demonen te verbeelden.
Mode maakt zo zichtbaar wat overal publiekelijk besproken wordt. Want het is altijd ook een spel met het heden: het pikt maatschappelijke trends op, reflecteert ze, overdrijft ze en positioneert zich ertegen. Dit spel werkt twee kanten op. Mode reageert op de tijdsgeest – en heeft vervolgens de potentie om die zelf vorm te geven. Dit blijkt vooral uit het feit dat mentale uitputting niet langer verborgen blijft, maar vertaald wordt in beelden die interessant lijken, maar niet storend, en die zeker de aandacht trekken. Het is de esthetiek van een maatschappij die haar uitputting toont zonder er daadwerkelijk en duurzaam mee bezig te zijn.
Mode transformeert diep persoonlijke gevoelens in een product, een psychische crisis in een pakkende quote. Dit is vooral opvallend bij sloganshirts, die tegenwoordig vaak vrij duidelijke diagnoses in felgekleurde letters afbeelden. Slogans als "Depressed Summer" of "Anxiety" presenteren psychische aandoeningen ironisch en nonchalant, bijna als een statusupdate. Hoi, ik ben vandaag depressief!
Enerzijds lijken zulke bedrukte shirts een teken van taboedoorbreking en authenticiteit: wie zijn diagnose op een T-shirt pronkt, hoeft zich blijkbaar nergens voor te schamen. Wat een bevrijdend gebaar lijkt, loopt echter ook het risico psychische aandoeningen te bagatelliseren en ze te verworden tot een accessoire dat naar believen kan worden gedragen en gedragen. Juist op deze dunne lijn ontbrandt het debat: mogen alleen getroffenen zulke termen dragen, of is zo'n modeslogan juist effectief wanneer hij onderwerpen op een gewaagde manier in scène zet en ze ook zonder daadwerkelijke diagnose in de mainstream brengt?
Je zou "Depression Chic" natuurlijk ook kunnen interpreteren als een rebellie: tegen de onberispelijke gezichten van Instagram. Tegen de druk om er constant geoptimaliseerd en goed presterend uit te zien. Vettig haar en uitgelopen eyeliner als teken van niet meespelen en een bewuste ondermijning van de glanzende logica. Maar deze rebellie is puur performatief. Het werkt alleen waar het veilig is. Iedereen die met vettig haar de catwalk van Prada betreedt, is nog steeds een supermodel, conventioneel mooi, rijk en in scène gezet door ontwerpers. Het is slechts de schijn van controleverlies, een berekende breuk met de druk om perfectie te bereiken – geen oprechte visualisatie van iets dat anders verborgen blijft. Gezonde mensen spelen zieke mensen – een bedenkelijke eigenaardigheid. Gucci dreef dit in 2019 tot het uiterste, toen modellen in dwangbuizen door de menigte gleden tijdens een van de shows van het label, wezenloos voor zich uit starend. Gucci legde uit dat ze de aandacht wilden vestigen op de noodzaak voor mensen om zich te bevrijden van sociale normen en beperkingen. Het gebruik van het gruwelijke beeld van de psychiatrie voor dit doel leek nogal bizar: model Ayesha Tan Jones protesteerde live tijdens de show tegen deze enscenering en trok daarmee meer aandacht dan de dwangbuizen zelf.
Mode kan provoceren of ironiseren, en debatten zichtbaar maken zonder ze op te lossen. Ze kan, maar hoeft niet, beweren politiek te zijn. Ze moet echter wel bestand zijn tegen beoordeling, niet alleen op haar schoonheid, kleuren en vormen, maar ook op haar houding. Vooral wanneer het idee van een boodschap vervalt in oude stigma's en clichés, zoals het geval was bij Gucci.
Wat een spel met authenticiteit in de mode lijkt, raakt eigenlijk een gevoelige snaar: psychische aandoeningen zijn geen pose, maar een onderdeel van het dagelijks leven van miljoenen mensen. Wanneer het beeld ervan een gestileerde metafoor wordt, kan het de aandacht trekken, maar ook de ernst van deze crises verdoezelen. Ontwerpers, stylisten en merken hebben macht; ze bepalen niet alleen trends, maar definiëren ook de notie van normaliteit. Wanneer depressie een look wordt, dreigt het te ontaarden in een cijfer – een decoratief element dat iedereen naar believen kan dragen en uittrekken, zonder enige link met de realiteit.
Tegelijkertijd speelt de productie in op een vooroordeel dat alleen maar is gegroeid door een openere en agressievere benadering van psychisch zieken: dat getroffenen eigenlijk alleen maar aandacht zoeken en daardoor hun lijden op een performatieve manier tentoonstellen. Mode maakt het probleem dus dubbel ernstig – ze esthetiseert en romantiseert lijden visueel, terwijl ze het tegelijkertijd naar het domein van de performance verbannen. Misschien onthult dit een paradox van onze huidige tijd: we willen zichtbaar maken wat lang taboe is geweest, maar dan bij voorkeur in een vorm die aangenaam is voor het oog. Voor degenen die er echt mee te maken hebben, blijft dit een pijnlijke tegenstrijdigheid.
süeddeutsche