DFB-vrouwen in Nations League: het centrale probleem blijft de verdediging

Bondscoach Christian Wück wist niet goed hoe hij de 2-2 gelijkspel tegen Nederland moest classificeren. De DFB-vrouwen beleefden aan het begin van de Nations League opnieuw een wedstrijd met hoogte- en dieptepunten. Hoewel Klara Bühl en Lea Schüller in de aanval herhaaldelijk hun individuele kwaliteiten lieten zien, was het team achterin op veel momenten te laks, aldus Wück, en hij sprak van een "leereffect" dat ze liever hadden vermeden.
Het verdedigende gedrag blijft het grootste probleem voor de DFB-vrouwen, met het oog op hun tweede wedstrijd tegen Oostenrijk komende dinsdag (18.15 uur op ZDF ). Ook omdat Wück de voorgaande trainingen (twee keer gewonnen, twee keer verloren) gebruikte om te experimenteren met de laatste vier, waardoor er nog geen automatismen konden ontstaan.
Na het afscheid van Marina Hegering hebben Kathrin Hendrich (VfL Wolfsburg) en Sara Doorsoun (Eintracht Frankfurt) de beste kansen op een vaste basisplaats in het elftal, ook vanwege een gebrek aan nieuw talent. Omdat beiden echter op korte termijn niet beschikbaar waren voor de Nations League-wedstrijden, krijgt Rebecca Knaak (Manchester City) tegen Oostenrijk waarschijnlijk opnieuw de kans om zich te bewijzen.
Ze oogde niet altijd zelfverzekerd bij haar debuut en kende een zwakke start toen ze het loopduel tegen de snelle Lineth Beerensteyn voor de 0-1 verloor. Wück wilde de twee tegendoelpunten echter niet afdoen als fouten van individuele spelers, maar bekritiseerde de coördinatie- en indelingsproblemen van het hele team. “We hebben het als team geanalyseerd en besproken”, zei middenvelder Sjoeke Nüsken zondag: “Het vinden van rollen duurt gewoon even. Dit zal zich allemaal vanzelf oplossen in de loop van de komende paar wedstrijden.”
Een grote verandering – binnen het team en op de trainersbank – kan niet van de ene op de andere dag worden doorgevoerd. En ondanks alle zwakke plekken in de verdediging, was er tegen Nederland ook een kracht zichtbaar waar Wück tegen Oostenrijk waarschijnlijk meer op zal moeten rekenen: precieze voorzetten op Schüller. Bij FC Bayern werkt dat al goed en dat moet in de toekomst ook een ‘handelsmerk’ van de DFB-vrouwen worden. Er zijn geschikte spelers in het team hiervoor, zei Wück: “Dit is een wapen voor ons.”
De DFB-vrouwen hebben niet veel tijd meer om hun verdediging te stabiliseren en regelmaat in hun optredens te vinden. Er zijn nog vijf wedstrijden te gaan tot het EK in Zwitserland (2 tot en met 27 juli) waarin ze moeten verwerken wat Wück van hen verwacht.
Wück heeft uiterlijk na de wedstrijd tegen Oostenrijk al een vaste kern samengesteld van spelers die gaan trainen voor het EK. En een verbetering zou ook belangrijk zijn met het oog op een competitie waarin alleen de groepswinnaar de halve finales bereikt.
Frankfurter Allgemeine Zeitung