Financiële onregelmatigheden: RN en haar bondgenoten doelwit van onderzoek door het Europees Openbaar Ministerie

Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) maakte dinsdag 8 juli bekend een onderzoek te zijn gestart naar Rassemblement National (RN), de partij van Marine Le Pen en Jordan Bardella, en hun extreemrechtse bondgenoten in Brussel, die verdacht worden van diverse financiële onregelmatigheden. "Het EOM heeft een onderzoek gestart", aldus de woordvoerder, zonder verdere details te geven "om de resultaten van het onderzoek niet in gevaar te brengen."
De RN wordt ervan verdacht samen met haar partners van de voormalige fractie Identiteit en Democratie (ID) tussen 2019 en 2024 meer dan 4,3 miljoen euro "onrechtmatig te hebben uitgegeven" , zo blijkt uit een rapport van de afdeling financiële zaken van de Brusselse instelling, dat begin juli door verschillende media werd onthuld.
Hoewel de Franse partij in deze periode niet het voorzitterschap of het secretariaat-generaal van deze coalitie bekleedde (die destijds gedomineerd werd door de Italiaanse Lega Nord), ging het grootste deel van dit bedrag naar twee bedrijven die banden hadden met mensen in de omgeving van Marine Le Pen: haar voormalige adviseur Frédéric Chatillon en zijn vrouw Sighild Blanc.
Volgens dit document, dat door Le Monde , het Duitse televisieprogramma Kontraste, het Duitse tijdschrift Die Zeit en het Oostenrijkse weekblad Falter werd onthuld, ontving het communicatiebureau e-Politic 1,7 miljoen euro na een "louter formele" aanbesteding, die volgens de Brusselse inspecteurs te kampen had met "ernstige nalevingsproblemen" . Zij zijn daarom van mening dat "al deze uitgaven (...) onregelmatig zijn" .
Datzelfde geldt voor het bedrijf Unanime, dat ruim 1,4 miljoen euro opstreek voor drukwerk, dat eveneens werd uitbesteed tegen een lagere prijs, met een geschatte marge van 260.000 euro.
Marine Le Pen werd in Frankrijk veroordeeld in een aparte zaak, bekend als de zaak van de Europees Parlementaire Assistenten. Eind maart werd ze veroordeeld , waardoor ze zich niet kandidaat mocht stellen voor verkiezingen – presidentieel of parlementair – in ieder geval tot haar hoger beroep, gepland voor de zomer van 2026.
Vorige week beweerde de extreemrechtse leider niet op de hoogte te zijn van de nieuwe zaak tegen haar politieke familie. "Ik weet niet wat het is, ik heb er niet naar gekeken", zei ze.
La Croıx