Juridische overwinning voor Belgische transgender-atleet die niet mag deelnemen aan vrouwenwedstrijden

Ze zal weer kunnen fietsen en de Belgische wegen kunnen betreden. De Belgische rechtbanken hebben een transgender wielrenster in het gelijk gesteld die de Internationale Wielerunie (UCI) had aangeklaagd wegens discriminatie, omdat deze haar geen licentie had verleend om deel te nemen aan vrouwenwedstrijden. Het geschil, dat deze maand werd beslecht door de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, dateert van 2023, toen de wielrenster te horen kreeg dat haar licentie was ingetrokken en ze werd uitgesloten van vrouwenwedstrijden op basis van nieuwe UCI-reglementen.
Destijds trok de internationale organisatie het vermeende voordeel in twijfel dat transgender vrouwen in wedstrijden zouden hebben doordat ze als jongen de puberteit bereikten. In juli 2023 legde ze transgender atleten op om te kunnen aantonen dat ze "hun transitie vóór de puberteit of in ieder geval vóór de leeftijd van 12 jaar" hadden ingezet om mee te mogen doen. Dit kwam bovenop de bestaande eis om een zeer laag testosterongehalte te hebben.
De klaagster, geboren als jongen in 1974, onderging echter haar geslachtsverandering toen ze begin veertig was. Deze maatregel, die tot haar uitsluiting leidde, vormde discriminatie.
In een tussenvonnis van 10 juli oordeelde de rechtbank in haar voordeel en achtte haar actie tegen de UCI ontvankelijk en gegrond. Dit hoofdstuk van het medisch reglement van de UCI, met betrekking tot de "toelatingsregels voor transgender atleten", bepaalt dat "discriminatie verboden" is volgens de Belgische wet, krachtens een decreet van december 2008 inzake gendergelijkheid, oordeelde de rechtbank.
Bijgevolg worden deze regels "nietig" verklaard en heeft de UCI geen enkele rechtvaardiging meer om de deelname van de klaagster aan een wielerwedstrijd voor vrouwen te weigeren, zo wordt benadrukt in een kopie van de beschikking die op dinsdag 22 juli aan de pers is meegedeeld. De beschikking is "rechtstreeks afdwingbaar" en schept een precedent in België, aldus het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat burgerlijke partij was in de zaak.
De Belgische Wielerbond, die in de klacht werd aangehaald omdat ze weigerde haar licentie te verlengen, werd in deze zaak niet veroordeeld, omdat de rechtbank oordeelde dat ze slechts de UCI-regels had toegepast. De organisatie kondigde echter aan dat ze gesprekken was begonnen met de Internationale Wielerunie "over de toekomstige toepassing van de regelgeving".
Libération