Duitse en Noorse functionarissen dringen er bij Canada op aan zich bij een 'vertrouwde familie' aan te sluiten bij de aankoop van nieuwe onderzeeërs

Hoge Duitse en Noorse defensiefunctionarissen hebben er vertrouwen in dat Canada zich in de komende weken zal aansluiten bij het ReArm Europe-plan. Door deze stap wordt het voor de liberale regering makkelijker om nieuwe onderzeeërs van bondgenoten te kopen.

Jasper Wieck, politiek directeur van het Duitse Ministerie van Defensie, en de Noorse programmadirecteur voor onderzeeërs, kapitein (N) Oystein Storebo, spraken onlangs met CBC News over het voorstel om Canada toe te laten tot hun bestaande partnerschap. In het kader van dit partnerschap bouwen de twee landen geavanceerde boten die vanaf 2028 in gebruik genomen zullen worden.

De concurrentie om het miljarden kostende defensieprogramma neemt toe. De uitspraken van de twee bedrijven komen enkele weken nadat twee Zuid-Koreaanse scheepswerven in een joint venture een gedetailleerd, ongevraagd voorstel ter waarde van maximaal 24 miljard dollar indienden voor de bouw van 12 onderzeeërs voor de Koninklijke Canadese Marine.

Afgelopen najaar reageerden diverse scheepswerven in meerdere landen op een verzoek om informatie van de federale overheid, maar alleen de Zuid-Koreanen gingen een stap verder en dienden een gedetailleerd bod in. Daarin beweerden ze dat ze vóór 2035 – de deadline die de marine had gesteld om haar eerste nieuwe onderzeeër te ontvangen – vier boten aan Canada konden leveren.

Tijdens de NAVO-top van afgelopen zomer ondertekende voormalig premier Justin Trudeau een trilaterale intentieverklaring met Duitsland en Noorwegen voor een strategisch partnerschap. Het doel van deze overeenkomst is de samenwerking op het gebied van maritieme veiligheid in de Noord-Atlantische Oceaan te versterken ter ondersteuning van de afschrikking en verdediging van de NAVO.

Volgens Wieck zijn de overeenkomst en het herbewapeningsprogramma belangrijk voor zowel Europa als Canada, aangezien het Westen de dreiging van mogelijke Russische agressie het hoofd probeert te bieden.

"Het is een partnerschap dat voor beide partijen zoveel voordelen biedt", aldus Wieck. "Zodra Canada het partnerschap voor veiligheid en defensie met de Europese Unie heeft ondertekend, wordt Canada in al deze Europese regelingen en stimuleringsmaatregelen als EU-lidstaat beschouwd."

Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk zijn geen lid van de EU, maar zijn wel nauw betrokken bij het herbewapeningsplan.

"Het gaat om de gezamenlijke inspanning van Europeanen, niet alleen om gezamenlijk te kopen, maar ook om gezamenlijk te onderhouden, gezamenlijk te trainen en gezamenlijk te opereren", vertelde Wieck aan CBC News in een interview.

Pitch om met oude bondgenoten samen te werken

Storebo betoogde dat er iets te zeggen valt voor partnerschappen met oude traditionele NAVO-bondgenoten — een argument dat centraal staat in de geheime Europese weerstand tegen het Zuid-Koreaanse bod.

"Ik denk dat we een echt partnerschap bieden, misschien wel van industrie tot industrie, van overheid tot overheid, om ons aan te sluiten bij een familie die vertrouwd is", aldus Storebo.

Naast het beantwoorden van Canada's verzoek om informatie, wat in feite een blijk van interesse is, gaf de Duitse scheepswerf die de aanbesteding leidt, ThyssenKrupp Marine Systems (tkMS), aan dat het geen verdere informatie heeft ingediend en wacht tot het formele Canadese overheidsproces op gang komt.

Duitsland en Noorwegen zijn al enkele jaren betrokken bij het gezamenlijke onderzeebootbouwprogramma. De boten, aangeduid als de 212CD, zijn gebaseerd op het beproefde Duitse Type 212A-ontwerp, dat zowel door de Duitse als de Italiaanse marine wordt gebruikt.

Volgens Storebo is de 212CD ontworpen voor inzet in alle oceanen, maar dankzij de luchtonafhankelijke voortstuwing kan het toestel tot wel drie weken onder water blijven in het Noordpoolgebied.

Er zijn momenteel zes 212CD's in aanbouw - twee voor Duitsland en vier voor Noorwegen - als onderdeel van een programma van 8,1 miljard dollar (5,5 miljard euro).

De Duitse marine ontvangt haar eerste 212CD in 2028, terwijl Noorwegen naar verwachting het jaar daarop in het water zal liggen.

Oliver Burkhard, CEO van tkMS, zei dat als Canada zich bij het huidige programma aansluit, de eerste Canadese boot mogelijk binnen de gevraagde termijn kan arriveren. Veel hangt echter, zei hij, af van de Canadese overheid en hoe snel die handelt.

Als we het op dit punt in de productielijn zouden opnemen, zou dat waarschijnlijk betekenen dat we een van de onderzeeërs die al voor Duitsland of Noorwegen gereserveerd zijn, opnieuw moeten ontwerpen, aldus Burkhard.

"Ik denk dat er mogelijkheden zijn om te debatteren of een van die twee misschien de eerste Canadese is," zei hij.

Het tkMS-voorstel omvat ook een plan om een ​​onderhoudsfaciliteit voor onderzeeërs in Canada te bouwen, waardoor banen voor Canadezen worden gecreëerd — een belangrijke voorwaarde die de liberale regering herhaaldelijk heeft benadrukt.

Toen het vorig jaar werd voorgesteld, was het de bedoeling van het trilaterale partnerschap tussen Canada, Duitsland en Noorwegen om een ​​uitgebreid veiligheidspact te sluiten dat vergelijkbaar was met – maar een stap terug was van – AUKUS, de defensieovereenkomst tussen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië.

Centraal in AUKUS stond een deal waarbij Australië nucleaire onderzeeërs en technologie zou verwerven. Canada is hier niet in geïnteresseerd, hoewel er in Ottawa politieke onrust ontstond over het feit dat Canada niet bij de deal was betrokken.