AI-wet, regels en onzekerheden. Europa versnelt, maar het debat blijft verhit.

De Europese AI-wet wordt ingevoerd, maar de discussie over regels, onzekerheden en een mogelijke opschorting blijft verhit. Experts en bedrijven kwamen bijeen op het hoofdkantoor van ISPI in Milaan.
Kunstmatige intelligentie (AI) blijft een van de onderwerpen die de EU in de schijnwerpers zet. Nu de AI-wet zich in de implementatiefase bevindt, blijft het debat zeer verhit: twijfels over mogelijke wijzigingen of zelfs het uitstel van de implementatie van enkele belangrijke punten, terwijl cruciale elementen zoals richtsnoeren en de "gedragscode" nog ontbreken. De eerste fase zag een daadwerkelijke implementatie op 2 februari 2025, waarbij kunstmatige-intelligentiesystemen die als "onaanvaardbare risico's" werden geclassificeerd, werden verboden en eisen werden ingevoerd voor bedrijven die op de Europese markt actief zijn. De volgende stappen worden nog bepaald, en dit was precies wat werd besproken tijdens de rondetafel "AI-governance tussen innovatie en regels: een Europese uitdaging", georganiseerd door ISPI in Milaan. Sprekers uit de institutionele en regelgevende wereld, en uit innovatie en bedrijfsleven, namen deel aan de discussie.
Andrea Bertolini, directeur van het Centrum voor de Regulering van Robotica en AI (Scuola Superiore Sant'Anna), opende het debat met een zeer kritische interventie over de AI-wet in zijn huidige vorm. "Kunstmatige intelligentie is een uiterst dubbelzinnige term", zei hij, "en de classificatie op basis van risiconiveaus kan deze dubbelzinnigheid niet wegnemen. De schade die voortvloeit uit conceptuele dubbelzinnigheid is zichtbaar in de definities van verboden toepassingen en risicovolle systemen." "De richtlijnen geven het systeem geen elasticiteit en, omdat ze niet bindend zijn, creëren ze onzekerheid. Het ontbreken van absolute duidelijkheid over de technische kwesties leidt tot divergentie in de toepassing." Edoardo Raffiotta, hoogleraar recht inzake kunstmatige intelligentie aan de Universiteit van Milaan Bicocca, is een andere mening toegedaan: "De AI-wet verantwoordelijk stellen voor de moeilijkheid van innovatie in Europa is oneerlijk." De professor benadrukte dat het echte probleem de overmatige regelgeving is: "Laten we duidelijk maken welke regelgeving herzien of zelfs ingetrokken moet worden. Ondertussen zien we de vele regelgevingen op staatsniveau die in de Verenigde Staten ontstaan. In de VS zullen er 48 van de 50 staten regelgevingen hebben, ook daar is geen uniforme regelgeving, maar dit staat innovatie en groei niet in de weg."
De wetgeving stelt een alomvattend regelgevingskader vast dat van toepassing is op elke organisatie die betrokken is bij de ontwikkeling of implementatie van AI-systemen die van invloed kunnen zijn op gebruikers of markten binnen de Europese Unie. De verordening is bedoeld om eventuele verstoringen in het gebruik van AI aan te pakken. De belangrijkste doelstellingen zijn onder meer het veiliger maken van AI voor openbaar en commercieel gebruik, het beperken van beveiligingsrisico's, het waarborgen van menselijke controle over AI-systemen, het beschermen van gegevensprivacy en het waarborgen van transparantie in toepassingen die deze technologie gebruiken. De regelgeving heeft een enorm geopolitiek potentieel en is opgesteld met als doel Europa tot het centrum van digitale soft power te maken, gezien de rol die het voor zichzelf zou wegnemen als de eerste instantie die systemische regelgeving voor AI-systemen zou implementeren. Dit is verre van een neutrale inspanning, in een historische periode die gekenmerkt wordt door trans-Atlantische spanningen. Wereldwijd bestaan er twee benaderingen naast elkaar: enerzijds de AI Act, een op risico's gebaseerd model, terwijl in de Verenigde Staten aansprakelijkheid ex post plaatsvindt, met marktgestuurde regels en een principe van minimale interventie waarbij innovatie voorrang krijgt op regelgeving. Het gevolg is de opkomst van uiteenlopende normen en versnipperde regelgeving, wat transnationale activiteiten verder compliceert.
Voor Luca Colombo, Country Director Italië van Meta, heeft kunstmatige intelligentie in Europa "moeite om zich te ontwikkelen". "Wij", legde hij uit, "investeren jaarlijks tussen de 15 en 20 miljard dollar in onderzoek en ontwikkeling, die niet worden gebruikt wanneer ze in Europa aankomen. Er is behoefte aan verbetering op het gebied van regelgeving", omdat "de EU misschien niet de grote modellen heeft ontwikkeld die de basis vormen van deze revolutie, maar er is nog veel ruimte voor de ontwikkeling van applicaties". Meta werkt samen met de Europese Commissie om "een pad te vinden dat waarde blijft garanderen, maar de fragmentatie of het gebrek aan duidelijkheid over de te volgen richting helpt niemand", voegde Colombo eraan toe; "we hebben onze strategieën het afgelopen jaar al twee keer moeten aanpassen om te voldoen aan de nieuwe Europese regels, met name wat betreft gepersonaliseerde reclame, die essentieel is voor bedrijven, met name voor kleine en middelgrote bedrijven die de ruggengraat van ons economisch systeem vormen. Het is tijd om de situatie te inventariseren, want deze onzekerheid helpt ons niet, noch de rest van de markt".
Adnkronos International (AKI)