Portugal verwerpt de Socialistische Partij, maar niet noodzakelijkerwijs het socialisme

Dat is een indrukwekkend resultaat, zeker als je bedenkt dat de Socialistische Partij de afgelopen 30 jaar 22 jaar aan de macht was. In de tussentijd werden de weinige PSD/CDS-regeringen óf onderbroken door presidentieel initiatief, óf gevormd in de context van nationale redding nadat de socialistische regering van José Sócrates failliet was gegaan.
Het was 2011. Het land was failliet en de overheidsfinanciën die Pedro Passos Coelho had overgenomen, waren zorgwekkend: de staatsschuld bedroeg dat jaar 112% van het BBP, vergeleken met ongeveer 96% vandaag de dag. De staat was niet langer in staat om aan zijn basisverplichtingen te voldoen. Er was geen geld om salarissen te betalen, verplichtingen aan leveranciers na te komen, ziekenhuizen te onderhouden of openbare diensten te garanderen. Portugal lag buiten de markten en was afhankelijk van externe hulp.
Dankzij een snel en gedisciplineerd herstel kon het land binnen drie jaar het hulpprogramma verlaten. Passos won de daaropvolgende verkiezingen, maar werd na de verkiezingen afgezet door een coalitie tussen de PS en extreemlinkse partijen. Daarmee brak hij met het ongeschreven maar alom gerespecteerde principe dat wie wint, regeert. Het hervormingsproject, gebaseerd op een lichtere, gedecentraliseerde en fiscaal transparante staat, kon onder normale omstandigheden nooit op de proef worden gesteld. Misschien is dit de reden dat Passos nog steeds gezien wordt als een sebastianistische figuur aan de rechterzijde van de Portugese politiek. Nadat António Costa's PS in de socialistische mist was verdwenen, herschreef hij het verhaal, demoniseerde het economisch liberalisme en behaalde uiteindelijk een absolute meerderheid.
Het democratische en republikeinse Portugal lijkt geen andere weg te kunnen kiezen dan de socialistische. Mogelijk komt dit door de invloed van de grondwettelijke preambule zelf, die deze richting definieert. Maar in de politiek werpen alle fouten vruchten af, en die van António Costa, die inmiddels ongestraft een van de hoogste functies binnen de Europese Commissie bekleedt, vormden daarop geen uitzondering.
Naast de exodus van 790.000 jongeren tussen 2011 en 2022, opende de socialistische regering in 2017 de deur voor een massale regularisatie van immigranten via 'blijk van belangstelling', waarmee ze de waarschuwingen van Passos Coelho negeerde. Vandaag de dag oogsten we daar de gevolgen van: druk op de publieke dienstverlening, migratiechaos en een wantrouwende en gefrustreerde bevolking.
Het is in deze context dat Chega, nu de op één na grootste nationale partij, groeit. Het groeit als een afwijzing van wat het socialisme niet heeft kunnen verbergen: controle, privilege en wanorde. Het fenomeen groeit ook in voormalige socialistische en communistische bolwerken, die het zwaarst getroffen zijn door de afname van migratiestromen en armoede. En natuurlijk wint het bij emigranten, die niet vergeten zijn waarom ze gedwongen werden te vertrekken.
Zorgelijk is wel dat Chega een vaag economisch plan presenteert en op meerdere punten sterk staatsgeoriënteerd is. Door in punt 75 van haar programma prioriteit te geven aan familiebedrijven, kent zij aan deze bedrijven een morele waarde toe die botst met de beginselen van onpartijdigheid en economische efficiëntie die zij eveneens beweert te verdedigen. Nog erger is het voorstel om TAP onder publieke controle te houden. De aanwezigheid van de Staat in de Raad van Bestuur brengt risico's met zich mee van belangenverstrengeling, politieke inmenging en wanbeheer. De staat deelt in de verliezen zonder dat er effectieve controle wordt uitgeoefend: dit is het slechtste scenario.
In de praktijk bleek de partij ook onvoorspelbaar in haar overtuigingen: ze onthield zich van stemming over een stemming die de btw op de bouw had kunnen verlagen, waardoor een belangrijke maatregel om de woningcrisis te verzachten, werd verijdeld. Het voorstel voor verplicht stemmen is een aanval op de individuele vrijheid. Het verandert een burgerplicht in een dwingende daad en bevordert het stemmen zonder kennis van zaken.
Ook de nieuwgekozen AD maakte fouten. Hij draaide een aantal efficiëntiemaatregelen van de staat terug die hij ten tijde van Passos had genomen. Zo stemde hij vóór de opsplitsing van parochies en verhoogde hij de salarissen van politici. Dit alles om iedereen tevreden te stellen. Dit laatste werd echter openlijk bekritiseerd door Chega.
AD en Chega moeten begrijpen wat de kiezers zeiden: een afwijzing van het socialisme. En op dit pad moeten ze naar elkaar luisteren en de ‘cordons sanitaires’ loslaten.
AD moet op Chega rekenen en de problemen aanpakken die haar kiezers het meest bezighouden: het gebrek aan controle over migratie en de onmogelijkheid om in waardigheid te leven van je werk, maar tegelijkertijd het pragmatisme te behouden dat de tegenstander ontbeert. Chega moet op zijn beurt een constructief, coherent en hervormingsgezind standpunt innemen en weerstand bieden aan de verleiding van macht omwille van de macht zelf.
Deze twee krachten hebben nu een historische kans: Portugal bevrijden uit de socialistische spiraal en het niet alleen een nieuwe vorm geven.
Coördinatie van de Ladies of Liberty Alliance-beweging - Portugal en Fellow Young Voices Europe
sapo