Stemmen waarop? De verkiezingen van 2025 en het falen van het systeem

De Democratische Alliantie (AD) won de verkiezingen met 32,1% van de stemmen en 85 afgevaardigden. Dit resultaat is onvoldoende om een stabiele regeringsmeerderheid te garanderen. De Socialistische Partij (PS) leed een van de grootste nederlagen in haar geschiedenis en zakte van 77 naar 58 afgevaardigden. Maar het was Chega dat, met 22,56% van de stemmen, zijn vertegenwoordiging zag stijgen van 48 naar 58 afgevaardigden (en dit aantal kan nog toenemen met de emigratiekringen) en zo de op één na grootste Portugese partij werd.
Het Linkse Blok daarentegen werd bijna volledig uitgeroeid: van 5 afgevaardigden zakte het terug naar slechts 1. Het is in institutionele zin geen traditionele kracht zoals de PS of de PSD, maar het is sinds 1999 wel een van de meest prominente stemmen van parlementair links. Zijn bijna-uitsterven in het parlement is niet alleen een teken van de zware bestraffing van het electoraat, maar ook van de uitputting van zijn discours.
Een voorstelling die niet vertegenwoordigt
Het grote onderliggende probleem blijft: het kiesstelsel. De methode d'Hondt, gecombineerd met de verdeling van het grondgebied in ongelijke kiesdistricten, leidt tot representatieve afwijkingen die in strijd zijn met het principe van één stem, één waarde.
Laten we eens naar twee duidelijke voorbeelden kijken: de partij Juntos Pelo Povo (JPP) koos met 20.126 stemmen (0,34%) één afgevaardigde voor Madeira. Het Nationaal Democratisch Alternatief (ADN), met 78.914 stemmen (1,32%) verspreid over het hele vasteland, kon niemand kiezen.
Dit verschijnsel is geen technisch defect, maar een defect in de oorsprong. Het systeem bevoordeelt grote partijen in stedelijke kiesdistricten en regionale partijen in kleine kiesdistricten. Tegelijkertijd worden partijen die proberen een landelijk alternatief te vormen, zwaar gestraft.
Dit soort onevenredigheid zorgt ervoor dat burgers niet gaan stemmen, versterkt het gevoel dat stemmen zinloos is en ondermijnt het vertrouwen in het democratisch systeem.
Naast het directe onrecht heeft de methode d'Hondt ook structurele gevolgen die zich in de loop van de tijd opstapelen: ze verhindert de duurzame groei van nieuwe politieke krachten met een nationale aanwezigheid, verhindert de vernieuwing van het partijenstelsel en verankert de macht in de traditionele partijen. De oververtegenwoordiging van regionale partijen in kleine kiesdistricten en de bestraffing van lijsten met verspreide stemming ondermijnen de legitimiteit van het parlement als afspiegeling van de volkswil. Het hervormen van dit model is niet alleen een technische kwestie, maar een essentiële stap op weg naar het herstel van de geloofwaardigheid van de representatieve democratie. Gemengde modellen, waarbij kiesdistricten met één zetel worden gecombineerd met evenredige nationale compensatie, bestaan in verschillende Europese democratieën en zouden Portugal een eerlijker en effectievere vertegenwoordiging bieden.
De opkomst van Chega en de verantwoordelijkheid van degenen die deze aanwakkerden
André Ventura heeft nu de legitimiteit om aan de besluitvormingstafel te zitten. De populistische, nationalistische en bestraffende retoriek is niet langer marginaal, maar centraal.
Maar wie maakte hem tot slachtoffer en daarmee tot held?
Zoals diverse analisten terecht opmerken, werd de groei van Chega bevorderd door de constante aandacht in de media, die vaak werd aangewakkerd door degenen die er het meest kritisch over waren. De PS, namelijk António Costa en zijn bondgenoten (in het bijzonder Augusto Santos Silva, die president van de AR was), evenals Pedro Nuno Santos, stonden erop Chega een platform te geven om het debat te polariseren en het gematigde electoraat te distantiëren van de PSD. Resultaat? Ventura groeide, kreeg de aandacht van de ontevreden kiezers en werd het kanaal waardoor veel Portugezen hun wanhoop uitten.
De strategie is bekend: Miterrand deed het in Frankrijk met Le Pens Front National. Costa herhaalde, opzettelijk of onopzettelijk, het model, met rampzalige gevolgen.
Links boekt slechtste resultaat ooit bij parlementsverkiezingen – PS met tweede grootste nederlaag in geschiedenis
Het is in deze context dat de toekomst van het socialistische leiderschap al wordt besproken. Zowel interne als externe analisten beginnen te wijzen op de noodzaak van een generatievernieuwing, waarbij de naam van Duarte Cordeiro naar voren komt als een prominente figuur die mogelijk een centrale rol gaat spelen in de wedergeboorte van de partij. Een meer pragmatisch en communicatief profiel, waarmee geprobeerd kan worden de PS opnieuw te focussen en het vertrouwen van de sterk gedemobiliseerde kiezersbasis terug te winnen. José Luís Carneiro heeft zich echter al beschikbaar gesteld en er zijn mensen die wijzen op de namen António Vitorino en Alexandra Leitão.
Buiten de linkerzijde blijft het Liberale Initiatief groeien, zij het licht, en haalt nu 5,53% van de stemmen. Daarmee is de vertegenwoordiging uitgebreid tot negen afgevaardigden, één meer dan in de vorige wetgevende vergadering.
André Ventura en Chega profileren zich ondertussen als de centrale protagonisten van de verandering die gaande is. Ventura zelf stelt dat “de aardbeving groter zal zijn als wij verandering in Portugal leiden” en voorspelt een cyclus van polarisatie en breuk die de nationale politieke as volledig zou kunnen hervormen. Het idee dat Chega geen voorbijgaand fenomeen meer is, maar een stabiele factor in het partijenstelsel, is nu onmiskenbaar.
Ondanks de opkomst van Livre, dat zijn aanwezigheid in het parlement versterkte door van vier naar zes afgevaardigden te gaan, goed voor 4,2% van de stemmen, presteerde links over het algemeen het slechtst ooit bij parlementsverkiezingen. In totaal hebben PS, PCP, Bloco de Esquerda en Livre slechts 68 afgevaardigden, een aanzienlijke daling vergeleken met de 91 die bij de vorige verkiezingen werden gekozen. Om een idee te krijgen van de daling: in 1991 hadden de PS en de PCP samen 89 afgevaardigden (72 voor de socialisten en 17 voor de communisten), een aantal dat door de huidige daling inmiddels ruimschoots is overtroffen.
De parlementsverkiezingen van 2025 waren een negatief historisch moment voor het Portugese linkse kamp. De Socialistische Partij kreeg slechts 58 afgevaardigden en behaalde landelijk 23,38% van de stemmen. Dat is het slechtste resultaat sinds 1985, toen de partij na de toetreding van de PRD slechts 57 zetels behaalde. De PCP kromp tot slechts drie afgevaardigden, met een schamele 3% van de stemmen, en het Linkse Blok wordt uitsluitend vertegenwoordigd door Mariana Mortágua, wat de slechtste prestatie is bij de parlementsverkiezingen.
De nederlaag van links en het gebrek aan verantwoordelijkheid
De plotselinge val van de PS rechtvaardigt het onmiddellijke aftreden van Pedro Nuno Santos. Het was een gebaar van verantwoordelijkheid en erkenning van de fout.
Maar datzelfde zagen we niet bij de leiding van het Linkse Blok, dat zelfs bij een totale nederlaag aan zijn standpunt bleef vasthouden. Het gebrek aan zelfkritiek van de radicale linkerzijde draagt bij aan haar ondergang: kiezers tolereren geen partijen die vastzitten in dogma’s en niet in staat zijn zichzelf te vernieuwen.
Wat kunnen de Portugezen verwachten?
Wat kunnen we verwachten als rechts geen duidelijke meerderheid heeft, links in verval is en extreemrechts in opkomst is?
Waarschijnlijk maanden van politieke impasse en zinloze onderhandelingen. De AD zal proberen te regeren met een fragiele relatieve meerderheid en is onderhevig aan parlementaire chantage vanuit verschillende sectoren. Chega zal zijn agenda willen opleggen, anders blokkeert het initiatieven. En het linkse kamp, dat verdeeld is, zal het moeilijk krijgen om zich te hergroeperen.
Hoewel de AD geen absolute meerderheid heeft behaald, beschikt ze de afgelopen decennia wel over de meest solide relatieve meerderheid. Daarmee overtreft ze zelfs de omstandigheden waaronder António Guterres tussen 1995 en 2002 regeerde. De PSD zorgde er destijds ook voor dat begrotingen en overheidsprogramma's levensvatbaar werden, in naam van de Europese integratie en institutionele stabiliteit. Tegenwoordig zien we een vergelijkbaar scenario: de PS, die nog steeds op zoek is naar een nieuwe leider, zal waarschijnlijk niet nalaten een gematigde houding en institutionele betrokkenheid aan te nemen. Er wordt al gesproken over bruggen voor dialoog, regimeovereenkomsten en regeringsstabiliteit. In deze context zou AD kunnen profiteren van een relatief coöperatief politiek klimaat zonder grote politieke kosten.
Chega pretendeert een verstorende kracht te zijn, maar vervult in de praktijk een rol die vergelijkbaar is met de rol die de PCP en de CGTP in het verleden speelden: een stem geven aan de onvrede onder de bevolking, maar dit binnen het politiek-institutionele systeem houden. Chega zou dus, in plaats van een instrument van onmiddellijke destabilisatie te zijn, kunnen functioneren als een organische uitlaatklep, die paradoxaal genoeg zou kunnen bijdragen aan het behoud van het parlementaire evenwicht.
De Portugezen kunnen op meer teleurstelling en minder effectiviteit rekenen. Het aantal onthoudingen is nu afgenomen, maar zal bij de volgende verkiezingen waarschijnlijk toenemen. De vicieuze cirkel van ongeloof zal alleen maar erger worden.
Tijd voor een echte hervorming
Portugal moet dringend zijn kiesstelsel hervormen: kiesdistricten met één vertegenwoordiger in combinatie met een nationaal compensatiekiesdistrict, zoals in zoveel Europese landen, zou een goed begin zijn. Evenredige vertegenwoordiging kan geen fictie meer zijn.
Zonder deze hervorming zal stemmen voor velen minder waard blijven, en voor een paar anderen juist meer. En dat is geen democratie: dat is een illusie.
Afgestudeerd in politieke wetenschappen en internationale betrekkingen en vice-president van Causa Real
De auteur schrijft met de oude spellingsafspraak
sapo