Waar is de bijkeuken?

Denk er eens over na, als we naar een restaurant gaan, wie van ons vraagt zich dan af waar de vaat is en waar de vaatwasser staat? Ik vraag me af waar de vaatwasser is; daar beneden? of op deze verdieping? in de keuken? Herinnert u zich dat u dat vroeg? Nee! Onlangs ging het toneelstuk “The Dishwashers”, geschreven door Morris Panych en geregisseerd door Işıl Kasapoğlu, in première.
Dit is een bijkeuken onder het restaurant, hier werken drie vrouwelijke afwassers. De vierde vrouwelijke afwasser leren we pas tegen het einde van het stuk kennen, maar haar verhaal is kort. Eigenlijk is het niet zozeer de vraag of het mannen of vrouwen zijn, maar een klassenkwestie.
Het toneeldecor is een bijkeuken. Er zijn toonbanken en schappen met vuile en schone borden, en natuurlijk is er veel steenkool... We luisteren naar de verhalen van de afwasvrouwen op het podium, maar eigenlijk vertegenwoordigen zij de arbeidersklasse. Het verhaal dat ze ons vertellen is helemaal niet onbekend, integendeel, het is heel bekend. Ze stellen bijvoorbeeld de democratie ter discussie en leggen uit dat ze altijd moeten werken om te overleven. Het enige verschil is dat ze hun verhalen vertellen over hun onderdrukte dromen, over hoe ze hun rechten niet kunnen opeisen omdat ze bang zijn, met andere woorden, over hun onderdrukte woede, door zeep en water te mengen in een bijkeuken... De bijkeuken is de onzichtbare. Deze kwestie van onzichtbaarheid is belangrijk in het spel en in ons leven. Als maatschappij kiezen we er vaak voor om onzichtbaar te zijn. Vooral als je tot de arbeidersklasse behoort... De overheid ziet je niet, de werkgever ziet je niet, soms zien zelfs je naasten je niet. Wie kijkt er nou op van zijn telefoon in het openbaar vervoer en kijkt om zich heen? Wij zijn een blinde, dove en stomme maatschappij geworden. We hebben geen echte beelden of echte verhalen, afgezien van wat we delen op sociale media.
Het beste antwoord op de vraag 'Waarom theater?' staat hier eigenlijk verborgen. Omdat het ons iets over onszelf vertelt, zodat we in de spiegel kunnen kijken...
Er is de laatste tijd een populair gezegde dat vaak op sociale media wordt gedeeld: “Waren we vroeger mooi of waren we vroeger mooi?” Misschien moeten we ons eigen verhaal herschrijven, onze toevlucht zoeken in de natuur en eens om ons heen kijken. Wij moeten nu een einde maken aan het onrecht en als de tijd rijp is, moeten wij de stem van de onderdrukten zijn. Alleen dan kunnen wij een werkelijk bewuste samenleving worden.
DRIE VROUWEN...“Afwassers” leren om niet te zwijgen als het zover is. Deze drie vrouwelijke “Afwassers” maken het onzichtbare zichtbaar. In dit stuk, waarin absurde humor en schokkende realiteit met elkaar verweven zijn, wordt de toeschouwer meegenomen in de tragische en soms komische wereld van vrouwen die vastzitten aan de rand van het systeem.
Het antwoord op de vraag hoe je zo'n goede speler kunt worden door minder te praten en zelfs minder te bewegen, ligt in de meester van het spel. Şebnem Sönmez krijgt het grootste applaus voor haar meesterlijke acteerwerk. Özge Özpirinçci houdt met haar optreden, dat ongeveer anderhalf uur duurde, altijd de boventoon.
De stenen die naar de huidige tijd zijn geworpen, dat wil zeggen naar de hierboven genoemde, zijn op knappe wijze in de tekst geplaatst. Een lang applaus voor elke gegooide steen past daar prima bij.
Cumhuriyet