Paris Saint-Germain in de Champions League-finale: modernisering of een maskerade?

Vuurwerk verlicht de nachtelijke hemel boven het Parc des Princes. Spelers in het rode en blauwe shirt rennen op elkaar af. In Parijs heerst de noodtoestand en de reden daarvoor is duidelijk: Paris-Saint-Germain heeft met Arsenal FC zojuist de derde Engelse club op rij uitgeschakeld in de Champions League en staat nu in de finale van de competitie. Coach Luis Enrique kan het niet laten om na het laatste fluitsignaal een sneer uit te delen. Met een boosaardige grijns legt hij uit: "Wij zijn van de Farmers League, toch?" De vergeldingsmaatregelen zijn gericht op de vergelijking tussen competities met een educatief karakter en de oogst van de boeren, wat met name Britse voetbalfans graag gebruiken om andere competities in diskrediet te brengen. “Maar op de een of andere manier zijn we erin geslaagd ze één voor één te elimineren”, vervolgt Enrique. “Misschien moeten we onze tractoren vaker in Engeland parkeren.”
Een dergelijke uitspraak, waarmee PSG flirt met zijn status als outsider, leek een jaar geleden ondenkbaar. Maar de bewuste afstand tot de clubs voor superrijken op het eiland is waarschijnlijk alles behalve toeval. Iedereen die de wedstrijden van Paris Saint-Germain tegenwoordig volgt, zal zich de ogen uitwrijven van verbazing. Waar zijn ze gebleven, de nieuwe Galactics? Waar is de glamour gebleven die de club uit de Franse hoofdstad zo lang omringde? In plaats daarvan zie je een jong team dat met een lang gemiste speelvreugde over het veld raast. Luis Enrique vatte de verandering treffend samen: "Dit is een nieuw tijdperk voor PSG", zei hij. “Wij bouwen iets anders, met een collectieve geest en een honger om op het hoogste niveau te concurreren.” Met spelers als Désiré Doué en Bradley Barcola wil de club bewijzen dat het meer is dan een verzameling dure sterren. Maar hoe authentiek is deze verandering in beeld?
PSG wordt gezien als het vlaggenschip van het Qatarese staatsinvesteringsfonds. Maar waar Neymar vroeger de aandacht trok met zijn overstapjes en Mbappé met zijn droomdoelen, staan nu jonge talenten in de schijnwerpers. President Nasser Al-Khelaifi spreekt met stralende ogen over een “nieuwe PSG” die vertrouwt op “Frans talent en het collectief.” Coach Luis Enrique, die zijn spelers met de intensiteit van een dirigent langs de zijlijn begeleidt, prijst het “team als sterren”. Klinkt goed, toch? Misschien wel té mooi.
De verandering is het resultaat van de jarenlange mislukkingen van de Franse seriekampioenen om op internationaal niveau succes te boeken. Na iedere uitschakeling in de Champions League was het maar de vraag of de clubleiding de trainer direct na het laatste fluitsignaal zou ontslaan of hem in ieder geval tot het einde van het seizoen zou aanhouden. De publieke vernedering van het opnieuw missen van de grote doelstelling, de zege in de koningsklasse, is te groot. Maar het lijkt erop dat de verantwoordelijken van hun fouten hebben geleerd en een nieuwe aanpak willen proberen. Trainer Luis Enrique krijgt meer steun en tijd, wat nu zijn vruchten afwerpt na het zwakke Champions League-seizoen van PSG (15e plaats). Sinds de jaarwisseling straalt er binnen het team een opmerkelijke honger en teamspirit uit, wat de club steeds positiever doet lijken bij het publiek. De Süddeutsche Zeitung kopte bijvoorbeeld: “De Galacticos zijn weg – en PSG is beter dan ooit.” Het ‘opwindende ensemble’ heeft zelfs ‘sympathieke trekjes’. “Het circus zonder acrobaten betovert voetbal Europa”, aldus Bild , en Kicker berichtte ook over “Het nieuwe gezicht van PSG.” Zeit -columnist Philipp Lahm schreef over de “culturele verandering” bij PSG: “Met Messi, Neymar en Mbappé had de club al meerdere keren gefaald, nu is PSG een team.”
Ondanks alle positieve reacties op de goede prestaties van het Parijse elftal, worden berichten zoals dat Al-Khelaifi opnieuw door het Franse Openbaar Ministerie in de gaten wordt gehouden vanwege beschuldigingen van omkoping, bijna over het hoofd gezien.
De illusie van duurzaamheidHoewel de club nu steeds meer op jonge spelers vertrouwt, zijn de financiële gevolgen nog steeds exorbitant. Alleen al in de zomer van 2024 investeerde PSG zo'n 170 miljoen euro in nieuwe spelers – een bedrag dat zelfs de schatkist van Bayern en Real Madrid waarschijnlijk zou moeten slikken. De veronderstelde duurzaamheid van het nieuwe PSG-model is ongeveer net zo geloofwaardig als de poging van Neymar om te duiken. De jonge talenten die nu het gezicht van de club moeten gaan bepalen, zijn niet door geduldig jeugdwerk ontwikkeld, maar voor miljoenen dollars op de transfermarkt verworven. Désiré Doué kostte bijvoorbeeld 50 miljoen euro, terwijl João Neves ruim 60 miljoen euro kostte.
Maar hoewel deze transferbedragen suggereren dat de grote stadsgigant een tekort heeft aan talentvolle jeugdspelers, zijn er andere redenen voor het transferbeleid. Veel spelers zoals Xavi Simons en Kingsley Coman komen uit de jeugdopleiding van PSG, maar vroeger kregen deze spelers zelden de kans om voor het profvoetbal te spelen. Hoewel de club door het publiek wordt gezien als een club die een filosofie hanteert die gericht is op het opleiden van talentvolle jonge spelers, blijft het gebrek aan duurzaamheid, dat alleen met miljoenen uit Qatar kan worden gefinancierd, een probleem.
Voetbal als politiek instrumentSinds 2011 pompt het Qatarese staatsinvesteringsfonds miljarden in de club, niet alleen om titels te winnen, maar ook om het imago van het emiraat in Europa op te poetsen. Mensenrechtenorganisaties bekritiseren deze strategie als ‘sportswashing’. PSG presenteert zich momenteel misschien als een ‘nieuwe’ club, maar de inhoud van deze verandering blijft ongewijzigd. Het nieuwe project van de Fransen lijkt vruchten af te werpen, al handelen de betrokken hoofdrolspelers waarschijnlijk niet uitsluitend uit interesse in de sport. Een overwinning in de Champions League-finale en de eerste triple in de clubgeschiedenis zou niet alleen een groot succes zijn voor de club uit de hoofdstad, maar ook een extra stimulans voor Qatar om te blijven investeren in Europees voetbal – met PSG als voorbeeld.
11freunde