Transfobisch nepnieuws over Brigitte Macron: Macron-koppel klaagt Amerikaanse influencer aan

Om een "voorbeeldig" bedrag aan schadevergoeding te eisen, dat door de rechtbank moet worden vastgesteld, hebben de Franse president Emmanuel Macron en zijn vrouw woensdag 23 juli een rechtszaak wegens smaad aangespannen bij een rechtbank in Delaware (Verenigde Staten) tegen influencer Candace Owens. Maandenlang heeft Owens in video's de transfobe leugen verspreid en uitgebuit dat Brigitte Macron "als man geboren" is.

Dit nepnieuws, dat sinds de eerste verkiezing van Emmanuel Macron in 2017 regelmatig op sociale media in Frankrijk opduikt, is in het buitenland, en met name in de Verenigde Staten, opgebloeid nadat de extreemrechtse blogger er in maart 2024 op inspeelde. Afgelopen januari gaf ze het wereldwijd een nog grotere weerklank met de publicatie van een reeks video's met de titel Becoming Brigitte.

Advocaten van het Franse presidentskoppel beweren in de klacht dat Candace Owens zich volledig bewust was van de onwaarheid van de beschuldigingen en dat ze systematisch alle verzoeken om rectificatie heeft afgewezen. Ze bleef doorgaan met haar 'lastercampagne' om 'bekendheid te verwerven en geld te verdienen' . Ze wijzen erop dat ze nu 6,9 miljoen abonnees heeft op haar X-account en 4,7 miljoen op YouTube.

Volgens de valse informatie die aan de basis ligt van deze affaire en die in Frankrijk wijdverspreid is door bewegingen die complottheoretici, covid-sceptici en extreemrechts verenigen, heeft Brigitte Macron, geboren als Trogneux, nooit bestaan, maar heeft haar broer Jean-Michel deze identiteit aangenomen nadat hij van geslacht was veranderd.

In Frankrijk werden twee vrouwen, Natacha Rey en Amandine Roy, die het bericht op grote schaal hadden verspreid, in september 2024 door de Franse rechtbank veroordeeld tot het betalen van enkele duizenden euro's schadevergoeding aan Brigitte Macron en 5.000 euro aan Jean-Michel Trogneux . In hoger beroep werden ze echter op 10 juli vrijgesproken. Brigitte Macron en haar broer zijn tegen deze beslissing in beroep gegaan.