Zonnepanelen in de EU: tot 5,2 miljard euro per jaar nodig voor herlancering

Jaarlijks is tussen de € 1,4 en € 5,2 miljard aan publieke middelen nodig om de productie van zonnepanelen in Europa, het hart van de gehele fotovoltaïsche waardeketen, nieuw leven in te blazen. Dit zou de doelstelling van 30 GW aan capaciteit in 2030 mogelijk maken. Dit blijkt uit een nieuwe studie van SolarPower Europe en het Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems (ISE) , die schat dat de verwachte voordelen aanzienlijk kunnen zijn: tot 2700 banen en € 66,4 miljoen aan belasting- en socialezekerheidsinkomsten per jaar voor elke GWp die op het continent wordt geproduceerd.
Het rapport "Reshoring Solar Module Manufacturing To Europe" toont aan dat het kostenverschil tussen Europese en Chinese modules met gericht beleid kan worden teruggebracht tot minder dan 10%: subsidies, prikkels en risicobeperkende instrumenten, oftewel middelen die door Europese instellingen en nationale overheden beschikbaar worden gesteld om investeringen (Capex en Opex) in de toeleveringsketen te ondersteunen. Zonder deze middelen dreigt de Net-Zero Industry Act (NZIA) de import te diversifiëren zonder de binnenlandse productie daadwerkelijk nieuw leven in te blazen. Momenteel is het prijsverschil nog steeds aanzienlijk: tussen de 2,2 en 5,8 eurocent per piekwattuur (€/Wp) tussen NZIA-conforme modules die in Europa worden geproduceerd en gelijkwaardige modules uit niet-EU-landen.
De NZIA, aangenomen in 2024 en geïmplementeerd met de nieuwe uitvoeringsregels die in mei 2025 door de Europese Commissie zijn goedgekeurd, is de wet die tot doel heeft de productie van schone technologie terug te brengen naar Europa. De nieuwigheid ervan is de introductie van niet-prijscriteria in veilingen voor hernieuwbare energie: vanaf 2026 moet ten minste 30% van de aanbesteedde capaciteit (gelijk aan 6 GW per jaar) ook worden beoordeeld op basis van veerkracht, duurzaamheid en innovatie van de toeleveringsketen , en niet alleen op basis van de laagste prijs. Tot nu toe hebben veilingen alleen de meest kostenconcurrerende producenten beloond, wat de Aziatische suprematie versterkte. De NZIA opent de mogelijkheid om een industriebeleid te ontwikkelen dat een deel van de toeleveringsketen voor zonne-energie terugbrengt naar Europa.
Volgens de studie kost het produceren van een module met Europese cellen gemiddeld 10,3 cent per Wp meer dan in China. De grootste kosten zijn apparatuur (+40%), gebouwen (+110%), arbeid (+280%) en materialen (+50%). Dit resulteert in een gemiddelde kostprijs van 60,8 cent per Wp voor een Europese grootschalige centrale, vergeleken met 50,0 cent per Wp voor een Chinese. Deze kloof wordt weerspiegeld in de LCOE (Levelized Cost of Electricity) , die in Europa 14,5% hoger ligt. De LCOE meet de kosten van de energie die een centrale produceert gedurende zijn gehele levensduur , inclusief investeringen, onderhoud en financiering. Een hogere waarde vermindert het concurrentievermogen, waardoor het moeilijker wordt om kapitaal aan te trekken en nieuwe projecten te ontwikkelen.

Een bemoedigend feit is echter dat Europese modules al voldoen aan de drempel van 15% extra kosten die de NZIA voor stimuleringsmaatregelen toestaat. Dit betekent dat ze, met adequate ondersteuningsmechanismen, kunnen concurreren op Europese veilingen. "Met het juiste beleid kan Europa tegen 2030 concurrerend 30 GW aan zonnepanelen produceren", aldus Walburga Hemetsberger , CEO van SolarPower Europe. "Maar we moeten nu actie ondernemen: zonder actie lopen we het risico de nieuwste industriële en technologische expertise op het gebied van zonne-energie te verliezen."
De uitdaging is tweeledig: enerzijds het ondersteunen van een Europese toeleveringsketen die momenteel met hogere kosten kampt, en anderzijds het omvormen van de NZIA tot een hefboom voor het industriebeleid. De verordening biedt een unieke kans om de afhankelijkheid van China te verminderen en technologische autonomie te waarborgen. Vanaf 2026 is het aan de lidstaten om de nieuwe criteria effectief toe te passen in veilingen en dit wetgevingskader om te zetten in een concrete strategie.
La Repubblica