Aantal abortussen onder meisjes tot 15 jaar flink gedaald
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F10%252FGettyImages-2078157414.jpg&w=1280&q=100)
Het aantal abortussen onder tieners is vorig jaar duidelijk afgenomen. In 2024 beëindigden 65 meisjes tot 15 jaar hun zwangerschap, tegenover 107 het jaar ervoor. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
In totaal werden in Nederland 39.438 zwangerschappen afgebroken, ongeveer evenveel als een jaar eerder. Daarmee lijkt de sterke stijging van de afgelopen twee jaar te zijn gestopt.
De IGJ geeft geen verklaring voor de daling bij de jongste groep. „De wet bepaalt dat de data zich niet lenen voor het leggen van verbanden tussen cijfers”, legt de inspectie uit. Dat moet voorkomen dat individuele vrouwen of klinieken herleidbaar zijn.
Tussen 2021 en 2023 nam het totale aantal abortussen in Nederland nog met een kwart toe. Deskundigen legden dat toen in verband met minder gebruik van anticonceptie, vooral onder jonge vrouwen. De weerstand tegen hormonale middelen zoals de pil of het spiraaltje nam toe, mede door zorgen over bijwerkingen en verkeerde informatie op sociale media.
Volgens kenniscentrum Rutgers speelt ook een kennistekort een rol. Uit een eerder onderzoek bleek dat vier op de tien vrouwen die een abortus lieten uitvoeren geen anticonceptie hadden gebruikt. „De kennis schiet tekort en wordt soms negatief beïnvloed door onjuiste informatie via sociale media, vrienden en familie”, aldus het instituut.
Meer dan de helft van alle abortussen vindt plaats in een vroege fase, tussen de vijf en zes weken. Dan kan de ingreep nog met pillen worden uitgevoerd. De wettelijke grens ligt bij 24 weken, behalve als de gezondheid van de moeder in gevaar is of het kind niet levensvatbaar blijkt.
Late abortussen, tussen 21 en 23 weken, zijn zeldzaam en maakten vorig jaar 1,9 procent van het totaal uit.
De inspectie ziet nog één punt van zorg: bij één op de vijf vrouwen vindt geen nacontrole plaats, terwijl die volgens richtlijnen drie tot vier weken na de ingreep zou moeten gebeuren. Klinieken erkennen dat dit beter moet worden opgevolgd.
Metro Holland
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F09%252Fed-us-K0DMl4NmOPo-unsplash.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F07%252Fpexels-cottonbro-4113967.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F04%252Fketting.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F10%252FMarielle-Jippes-plastisch-chirurg-opereren-OK-.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F10%252FGettyImages-2207732415.jpg&w=1280&q=100)