Hoe kun je urenlang opereren? Chirurg Mariëlle beantwoordt prangende vragen over de OK
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F10%252FMarielle-Jippes-plastisch-chirurg-opereren-OK-.jpg&w=1280&q=100)
Als je als patiënt onder het mes moet, krijg je meestal niet veel mee van wat er in de operatiekamer gebeurt. Maar heb jij je ook weleens afgevraagd hoe chirurgen urenlang kunnen opereren? En wat als je als chirurg tijdens een operatie dorst krijgt of naar de wc moet? Plastisch chirurg Mariëlle Jippes (39) gaat ons dat haarfijn uitleggen.
Jippes is plastisch chirurg in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk. Een van de best beoordeelde ziekenhuizen van Nederland. Eerder werkte Jippes in Rotterdam en hoewel ze ooit even op de kaart moest opzoeken waar Winterswijk precies lag, spreekt ze inmiddels vol lof over het streekziekenhuis in de Achterhoek.
Jippes wist al snel tijdens haar opleiding geneeskunde dat ze iets ‘snijdends’ wilde doen. „Waar dat toch vandaan komt?”, lacht ze. De jonge arts keek destijds mee bij allerlei disciplines, waaronder ook trauma- en neurochirurgie, maar uiteindelijk trok de plastische chirurgie haar het meest. „Ik word daar nog steeds iedere dag blij van. Mijn beroep is heel divers. In een groot of academisch ziekenhuis kies je voor een specifieke richting. Maar omdat ik in een regionaal ziekenhuis werk, doe ik eigenlijk alles. Zo opereer ik handen, pezen, zenuwen of botten. Soms ben ik met schroevendraaiers en hamers in de weer”, vertelt ze enthousiast.
„Maar ik doe ook borst- of huidreconstructies. Mijn vak is heel positief. Ondanks dat huid- en borstreconstructies met kanker te maken hebben, mag ik iets positiefs bijdragen en iets mooi maken. Ik zie veel resultaat van wat ik doe en mensen zijn enorm dankbaar.”
Eerder sprak Metro ook met huisarts Staf Hendrickx, die waarschuwde voor de overvloed aan ultrabewerkte voeding. Ook vertelden dokters Mariëlle Vehmeijer-Heeman en Fieke Slee-Wijffels aan Metro over het belang van EHBO-kennis over kleine kinderen.
Overigens is het niet onbelangrijk om te benadrukken dat Jippes plastisch chirurg is in het ziekenhuis, geen cosmetisch arts. De operaties die zij uitvoert hebben altijd een medische indicatie. „Veel mensen denken dat een cosmetisch arts hetzelfde is als een plastisch chirurg. Maar een plastisch chirurg doet gemiddeld achttien jaar over de opleiding en een cosmetisch arts heeft vaak alleen de basisopleiding geneeskunde gedaan. Soms kan dat misleidend klinken. Dat betekent niet dat cosmetisch artsen niet goed zijn in wat ze doen, maar er is een groot verschil tussen plastisch chirurg en cosmetisch arts.”
Ze vervolgt: „Daarnaast is de scheidslijn tussen cosmetisch of medisch niet zo zwart-wit. Zorgverzekeraars worden steeds strenger in wat wel of niet medisch is. Als een klacht of aandoening niet binnen hele specifieke regels valt, kan het plots als onvergoede en dus cosmetische zorg worden beschouwd. Ook als de patiënt wel degelijk medische klachten heeft. Binnen ons ziekenhuis bieden wij ook cosmetische zorg onder de naam ‘Fraaii’. In het algemeen merk je in de Achterhoek dat patiënten pas komen als de klacht al heftiger is en dat geldt ook voor de cosmetische chirurgie. De ingrepen zijn hier vaak ook echt functioneel.”
Jippes legt uit hoe haar zogenoemde OK-dagen en doorgaans uitzien. „’s Morgens om 07.50 uur begint de briefing. Tot 16.00 uur vinden de operaties plaats. Tenzij er spoedgevallen zijn of uitloop ontstaat, dan kan het gebeuren dat je ook ’s avonds nog bezig bent. Sommige operaties duren lang, bijvoorbeeld omdat één patiënt meerdere ingrepen nodig heeft. Dan kan het zijn dat we daar een hele dag voor uittrekken. En er zijn complexe gevallen waarbij we met twee plastisch chirurgen aan de operatietafel staan.”
Maar de chirurg benadrukt dat ze niet non-stop aan het opereren is. „Ik ben geen machine en moet ook eten, drinken of naar de wc. Daarom neem ik pauzes tijdens operaties. Ook al zijn die maar kort. En ja, dat betekent dat je even weggaat en later weer terugkomt.” Jippes begrijpt best dat dat wellicht gek klinkt. Ze moet lachen en geeft wat meer uitleg: „Als ik dat vertel, reageren mensen vaak: ‘Maar er ligt toch iemand op de operatietafel?’ Dat klopt, maar het is ook niet zo dat de hele operatiekamer wegloopt en de patiënt achterblijft. Er blijft altijd een anesthesie-medewerker en een OK-assistent bij de patiënt. ”
Jippes vertelt dat ze behoorlijk wat mensen onder het mes krijgt op een dag. „Tijdens de poli-dagen maak ik een inschatting over hoelang ik voor een operatie nodig heb. Daarnaast werken we ook met een systeem dat met ons meerekent. Daaruit kan ik bepalen hoeveel patiënten ik op een dag kan opereren. En dan ligt het er dus aan of het grootschalige operaties of kleinere ingrepen zijn.” Voor zo’n kleinere ingreep hoeft iemand namelijk niet onder narcose en wordt de patiënt plaatselijk verdoofd. „Dan kan het zijn dat ik in een ochtend twaalf ingrepen doe. Dat is echt productie draaien”, grapt de chirurg.
Ze vervolgt: „Bij dit soort lokale ingrepen voel ik me soms net zo’n blije hamster in een looprad. We gebruiken dan bijvoorbeeld twee OK’s en twee verdovingskamers. Dan loop ik rondjes tussen die kamers en behandel ik meerdere patiënten tegelijk. Ik loop dan als een soort blije hamster in mijn medische rad.”
Maar hoe zorg je ervoor dat je tijdens operaties gefocust blijft? „Mensen vinden het gek om te horen, maar sommige dingen doe je op je ruggenmerg. Dat betekent dat je ook kunt praten en ja, dan vraag je aan de operatietafel ook gewoon naar elkaars weekend. Dan hoef ik geen hyperfocus te hebben en dat zou ik zelfs als ontspannen omschrijven. Maar bij sommige ingrepen moet ik me goed concentreren. Eigenlijk zijn daar drie categorieën in. De ingrepen op je ruggenmerg, de categorie concentreren waarbij ook nog best gepraat kan worden of volle aandacht bij moeilijke en gecompliceerde ingrepen. Dan geef ik aan dat bijvoorbeeld iedereen stil moet zijn.”
Jippes vervolgt: „Maar er zijn echt genoeg momenten dat je met je collega’s in gesprek bent. Dan heb ik mijn aandacht wel bij de operatie, maar de handelingen zitten volledig in mijn systeem omdat ik het al zo vaak heb gedaan. Net als tandenpoetsen, daar denk je ook niet meer bij na. Ik weet precies wat ik moet doen en mijn hele lijf reageert daarop.”
Ieder mens heeft weleens een slechte dag, maar wat als de chirurg een slechte dag heeft? „Tijdens de ochtendbriefing wordt altijd gevraagd of iedereen ‘fit to perform’ is. Heb je bijvoorbeeld last van je rug of ben je verkouden? Dan kun je dat aangeven. Dan houden we daar als team rekening mee. Wat dat betreft ben ik echt een open boek tegen mijn collega’s. Speelt er wat in mijn privéleven, dan vertel ik dat ook op mijn werk. Wat natuurlijk ook best gek is, want dat soort zaken bespreken we ook aan de operatietafel. En dan ligt de patiënt gewoon lekker te slapen. Vergelijk het maar met het praatje bij het koffiezetapparaat.”
De chirurg benoemt dat het niet in alle ziekenhuizen hetzelfde gaat. „Ik werk in een streekziekenhuis, waar iedereen elkaar kent. We helpen elkaar ook daadwerkelijk. Als ik bijvoorbeeld toe ben aan een pauze op de OK, maar ik kan niet uitstappen, dan komt een collega me een glaasje ranja met een rietje brengen. Dan krijg ik door mijn mondkapje heen af en toe wat te drinken.”
Jippes somt op wie er allemaal in de operatiekamer aanwezig zijn. „Ik sta altijd met een collega van de anesthesie die de patiënt in slaap brengt. Daar is ook een extra medewerker van de anesthesie bij. Die medewerker blijft áltijd in de operatiekamer. Daarnaast zijn er nog OK-assistenten aanwezig. Eén daarvan loopt rond, is niet steriel en kan eventueel dingen aangeven. De andere OK-assistent is wel steriel. Bij sommige ingrepen, zoals een borstverkleining, heb ik twee assistenten aan de operatietafel staan. Maar bij bijvoorbeeld opleidingsziekenhuizen kunnen er veel meer mensen in een operatiekamer staan. Dan kan het heel druk zijn met allerlei artsen in opleiding die meekijken.”
De chirurg maakt een rekensommetje over het aantal mensen dat zij wekelijks gemiddeld opereert. „Ik werk zelf 3,5 dag per week. Dat betekent dat ik de ene week vier dagen en de andere week drie dagen werk. In zo’n 3-daagse werkweek behandel ik denk ik twintig mensen met lokale verdoving en opereer ik zeven mensen onder algehele narcose. En dan heb ik nog een poli-dag tussendoor. Dan zie ik zo’n 45 mensen, dat is ook flink aanpoten.”
„We zijn net mensen”, zegt de chirurg lachend als ze haar werk omschrijft. Maar waar ligt de balans tussen dokter en mens zijn? „Ik maak lange dagen en ik doe pittig werk. Daarom moet ik in goede conditie zijn. Voor mij is sporten een uitlaatklep. En ik heb een gezin thuis met twee kinderen van bijna 6 en 10. Zonder mijn man zou het hele kaartenhuis instorten. Hij doet heel veel. Als ik dit werk fulltime zou doen, zou het voor mij te veel zijn. Nu heb ik ook de mogelijkheid om af en toe een boek te lezen, in de tuin te werken of in de natuur te zijn. En ik koester de date-night met mijn man op donderdagavond. Dat zou ik alle ouders aanraden, om een moment in te plannen dat je samen gaat eten, sporten of een cocktail drinkt.”
„Daarnaast is mijn collega plastisch chirurg ook een goede vriendin geworden”, vertelt Jippes verder. „Wij werkten samen in Rotterdam en zij overtuigde mij om naar Winterswijk te komen. Met haar kan ik praten over alle dingen die we meemaken. In ons vak is er namelijk veel grijs gebied. Je kunt niet altijd simpelweg links- of rechtsaf. Je maakt ontzettend veel beslissingen. En soms vraag je jezelf ook weleens af: ‘Heb ik het goed gedaan?’ Met haar kan ik daarover sparren en dat is me heel dierbaar.”
Heeft Jippes zelf een operatie ooit moeten stilleggen? „Ik heb dat zelf één keer meegemaakt. Ik was net terug van vakantie en mijn buik was nogal van slag. Op de OK moest ik weglopen omdat ik niet lekker werd en het werd alleen maar erger. Toen heb ik moeten besluiten om niet meer verder te opereren. Dat vond ik heel moeilijk. Ik heb de anesthesist gebeld om af te zeggen. Maar ik kende natuurlijk ook alle verhalen van de patiënten die nog geopereerd moesten worden. Zij hadden lang gewacht op hun operatie en door mij kon het niet doorgaan. Dat vond ik vreselijk. Gelukkig reageerden alle patiënten heel begripvol. Je blijft gewoon een mens. Maar dokters hebben moeite met ziek worden. Jij bent er om de mensen beter te maken en dan kunnen wij er in ons hoofd niet altijd bij dat we zelf ziek kunnen worden. Ik weet dat een hele hoop artsen het moeilijk vinden om zich daaraan over te geven.”
En mocht je de mens achter de arts ooit vergeten zijn, dan wil Jippes daar nog iets over kwijt. „Geen enkele dokter zou met opzet iets verkeerd doen. De intentie van iedere arts is om de mens beter te maken. Nooit om je iets aan te doen. Soms kan er best hard geoordeeld worden als een dokter een fout maakt.”
Ze vervolgt: „Laatst las ik een mooi artikel in de Volkskrant. Daarin vertelden drie specialisten heel eerlijk over een fout die ze ooit maakten en wat voor impact dat op hen had. Ik denk dat het voor dokters heel moeilijk is als iets niet gaat zoals je zou willen. Je hebt nu eenmaal de intentie om het goed te doen. Maar soms gaat iets niet zoals je had gewild. Al probeer ik tegen mijn patiënten altijd eerlijk te zijn. Dan worden mensen vaak niet boos. Ze balen of zijn verdrietig, maar waarderen mijn eerlijkheid. En ik blijf contact maken met mijn patiënten. Hoor ik op de poli iemand praten over de bruiloft van haar zoon, dan onthoud ik dat en probeer ik daar later naar te vragen. Juist de menselijk maat van de zorg vind ik mooi.”
Metro Holland
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F09%252Fed-us-K0DMl4NmOPo-unsplash.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F07%252Fpexels-cottonbro-4113967.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F04%252Fketting.jpg&w=1280&q=100)
%3Aformat(jpeg)%3Abackground_color(fff)%2Fhttps%253A%252F%252Fwww.metronieuws.nl%252Fwp-content%252Fuploads%252F2025%252F10%252FGettyImages-2207732415.jpg&w=1280&q=100)